Hulder Henrick Henricks Ruyter




In het Zutphen van rond 1575 liepen diverse Ruyters rond waarvan de meeste mannelijke leden Henrick of Johan heetten. Deze Ruyters waren bovendien óf bierbrouwer, óf vervulden een bestuurlijke functie, of allebei. In de diverse archiefbronnen uit deze tijd komen we deze Ruyters veelvuldig tegen, maar het probleem is: wie wordt er bedoeld als er alleen Henrick Ruyter staat? Identificatie van deze personen is een enorme puzzel, waarin ik vanavond een belangrijke doorbraak heb bereikt.

In de Regesten Oude- en Nieuwe Gasthuis 1380-1841 vinden we:

1580 november 15.
Philips, koning van Castilien enz., oorkondt, dat, na dode van de hulder Jasper Kloeck, Henrick Ruiter Henricksen ten behoeve van het Nieuwe Gasthuis beleend is met het goed Lentinck, gelegen in het kerspel Almen.


Met Philips, koning van Castilien wordt natuurlijk Philips II, de koning van Spanje bedoeld, die hier als leenheer wordt opgevoerd. Het Nieuwe Gasthuis wordt beleend met het goed Lentinck, maar kan als religieuze instelling natuurlijk niet voldoen aan een belangrijk taak van een leenman: in geval van oorlog ten strijde trekken in het leger van de leenheer!
In zo’n geval werd een 'hulder' aangewezen, een plaatsvervanger, die wel aan deze plicht kon voldoen.

Henrick Henricks Ruyter werd dus in 1580 aangesteld aan 'hulder', maar lang was dat niet.
Een paar regels verder lezen we immers:

1583 april 19.
Elbertus Leoninus, doctor, kanselier en stadhouder van de lenen van Gelre en Zutphen, oorkondt, dat, na dode van de hulder Henrick Ruyter, Johan Goldstein Willems ten behoeve van het Nieuwe Gasthuis is beleend met het goed Lentinck in het kerspel Almen.


Ik heb deze Henrick Henricks Ruyter altijd geïdentificeerd met R19 die getrouwd was met Fenne Vaetebender. Hij was bekend als kerkmeester van de St.Walburgiskerk, opziener van het St.Elisabethsgasthuis en raadslid in Zutphen. Van deze Henrick was een tweede huwelijk bekend, met Jenneken Sickinck, die inderdaad in 1583 genoemd wordt als weduwe van Henrick.
Maar ik ontdekte dat in de Kerkmeestersrekeningen 1570-1586 (van de Walburgiskerk) de gebeurtenis uit 1583 ook vermeld is, echter daar staat:

“allsse ein hullder den jongen Henrick Ruutter, min maisscop Ruutterss soin, der Heer wyll em sparen ther salicheyt”.


Een 'maisscop' is een helper, een hulp, waarvan ik weet dat dat in 1580 bovengenoemde Henrick Henricks Ruyter was. Maar die had blijkbaar een zoon, ook weer Henrick geheten, die als hulder werd aangesteld.
En dan was het deze zoon die in 1581 met Jenneken Sickinck trouwde, en - al vroeg - in 1583 stierf!
Dat we hem niet eerder zijn tegengekomen is misschien niet heel vreemd. Zijn zes zussen kennen we wel, maar dan voornamelijk uit latere akten.
Deze Henrick stierf jong, en het zou kunnen zijn dat hij door Philips II werd opgeroepen om strijd te leveren tegen de Hollandse opstand!  Evenzeer is het mogelijk dat Henrick en Jenneken nog een kind hebben gehad in de twee jaren dat ze getrouwd waren. Zoals altijd: meer onderzoek is hiervoor noodzakelijk.

De stamboom heb ik op dit punt nu aangepast:
Voor alle duidelijkheid: van de zeven kinderen ken ik de geboortevolgorde niet. Ze staan hier alfabetisch gerangschikt.


Jaap Ruiter