Transcriptie van testament Von Reutern



Zie het artikel Het testament van Hermann & Johann van Reutern
Transcriptie van het testament van Hermann en Johann von Reutern:

In den naame des Heeren, amen.
Op heden, den aghttienden januarij des jaars seeventien hondert en aght-en-dertigh, compareerden voor mij Mr. Mathijs Maten de jonge, Notaris Publicq, bij den Hove van Hollandt geadmitterrt, t' Amsterdam residerende, in praesentie van de ondergenoemde getuijgen,
De Heeren Hermann von Reutern en Johann von Reutern, gebroeders, beijde ongehuwde jongmans, geboortigh van Riga in Lijflandt, doch sigh thans bevindende hier ter stede, mij notaris bekendt; weesende de eerste Heer gesondt, en de andere Heer siekelijk van lighaam, beijde niet te ?? en zeer wel hebbende haar verstandt, memorie , en uijtsprake en dus tot het passeren deses volkoomentlijk in staat; dewelke verklaarden uijt overdenkinge des doodes, gemaakt te hebben, en te maken bij desen haar mutueel en gezamentlijk, en voorts ook ieder zijn bijsonder Testament en uijterste Wille, in de maniere als volgt.
Eerstelijk verklaarden de Heeren Testanten, (na christelijke Recommandatie van ziel en lighaam) bij desen te revoceren (=herroepen, JR) alle Testamenten, codicillen, en alle andere soorten van uijterste Wille, bij hen Heeren Testanten, off en van hen, ooijt voor desen gemaakt off gepasseert.
Ende voorts op nieuwe disponerende (=beschikken, JR), zo verklaarden zij Heren Testanten elkanderen over en weder, dat is, de eerststervende den langst bij leevenden bij desen te stellen en te institueren tot zijnen eenigen en universeelen erffgenaam, en dit in alle de goederen, middelen, en effecten,
bij den eerststervenden van hen Testanten respectievelijk met er doodt te ontruijmen en na te laten, egeene van dezelve uijtgesondert, als alleenelijk, en voorbehoudens, dat de langstlevende van hen Testanten gehouden en verplight zal zijn, om uijt de nalatenschap van den eerststervenden, aan de gezaamentlijke kinderen van haar Testantens vooroverledenen broeder, wijlen den Heere Giesbrecht van Reutern tot een legaat uijt te keeren, en te voldoen de somma van vierduijsendt Rijksdaalders, Alberts (dit is een munt die in Lijfland gebruikt werd, JR)  (off anders tienduijsendt guldens, Hollandts courant geldt (dat is 111.000 euro in tegenwoordig geld, JR)) eens; als verklarende de eerststervende van hen Heren Testanten, dezelve somma van vierduijsendt Rijksdaalders, Albert (off tienduijsend guldens, Hollandts courant geldt) eens, aan dezelve zijne vooroverleedenen boers gezaamentlijke kinderen wel expressievelijk te legateren en te bespreken bij desen.
't geene voorschreeven staat de Heeren Testanten verklaarden te weesen hun mutueel, en gezaamentlijk, en voorts ook ieder zijn bijsonder testament en uijterste Wille, Begerende dat 't zelve na dode van den eerststervenden van hen dan ook geobserveert en nagekomen zal moeten werden, het zij als Testament solemneel (= plechtig, JR), off ook wel als codicille, off zo als zulx andersents, na Regten , off gewoonte, allerbest zal konnen subsisteren. Versoekende hier omtrent het uijterste benefitie (= voorrecht, JR)  te mogen genieten, en dat hier van aan ieder van hen Testanten magh werden verleent een principaal afschrift informa.
Aldus gepasseert binnen Amsterdam, int Nieuwe Heerlogement, ter praesentie van Jacob de Wijs, en Pieter Slagregen, mijn clercquen, als getuijgen, hier toe spetialijk? versogt.
Getekend:
Hermann von Reutern
Johann von Reutern
Jacob de Wijs
Pieter Slagregen
quod attestor
M. Maten de Jonge,
Notr. Publ.