Wederzijdse tucht van Johan Ruter en Geertruidt Marrienborch
datum | 20 februari 1598 |
betreft | Johan Henricks Ruyter |
bron | NL-AhGldA, 0481, inv.nr. 1080, scan 1 (wat betekent deze code?) |
afbeelding | akte |
In de tekst :
?? = onleesbaar
? = niet helemaal duidelijk
[...] = passage overgeslagen
[xx] = aanvulling van ligaturen
en afkortingen
car. gl. = caroli gulden
[mijn opmerking, JR]
?? = onleesbaar
? = niet helemaal duidelijk
[...] = passage overgeslagen
[xx] = aanvulling van ligaturen
en afkortingen
car. gl. = caroli gulden
[mijn opmerking, JR]
Transcriptie: Jaap Ruiter
Transcriptie
Wy Jacob Schimmelpenninck van Oye und Adam Caldenbach schepenen too Zutphen doon kondt und tugen dat voor ons in den schependom gekommen sinnen Johan Ruter und Gertruidt Marrienborchs sin huisfr[ouw], vertoonden eenen ongevitierden? hilixbrieff tussen hun beiden opgericht in date den XXVI-den aug[ustus] XV C XC [=26 augustus 1590, JR] met vier anghang[ende] zegelen in groenen wasse bestaediget waar in versatter deese clausule, lestlick accordirt, soo vehr die kompstige eheluiden des beraadts worden dat zy naamahls malckanderen off die eene den anderen widers begifftigen off betuchtigen wollen, myt offt in oere samptelike guederen, off in een dehll van die, dat zy sulx soo wall myts giffte als tucht tot allen tyden sullen doon muegen, und sall die voern[oemde] giffte und tucht soo bundich und bestendich weesen, all off dieselve in gegenwordige hulixvorwarden uutdrukelicken mede begrepen waaren ende in den gerichte gesien und horen leesen. Und naa dat hy Johan Ruter die voern[oemde] sine huisfr[ouw] dat momberschap ontslagen, und zy wedderom myt believen haares mans in deesen tot momber gekaaren onser stadt
secretaris Henrick Ruter, bekanden elck in t' sine, hy Johan Ruter by hem selve und zy Gertruidt Marrienborchs mit den voern[oemde] haaren momber, dat zy in de beste und bestendigste forme rechtes und gewoonheits? alhier kraft der voern[oemde] clausulen uuit gerechte ehelike lieffte malckanderen und d' eene den anderen, begifftiget hebben und begifftigen by dees in die vlinge? hellifts der staender ehe angewonnen erfftalige guederen, off noch, an too winnen, woo ook in de helleffte van haar beyder gerede guedt angebracht off angewonnen als gellt, gollt, selver gemundt und ungemundt, huisraadt, rackheit, lijnwaadt, leevendige haave, und wat ennigsons gereedt guidt genompt kan werden dat zye nu hebben und komstlick krigen moegen, daarvan niet dan allene dye brow gerietschap uithgesondert, alles in ?? der schepen[en] ord??, om die selve erfftalige angewonnen, und geriede guderen by den lanstlievenden erfflik und wirhlick beholden too werden. Malckanderen und d' een den anderen verder betuchtigeende, in d' andere samptelike soo w? angewonnen als angebrachte erfftalige, und gerede guderen buiten die ?? begifftinge gebliven, die zye gegenwordelick hebben, off noch werender echtschap verwarven sullen muegen, respective in onze stadt und schependom offt elders geleegen, als huis, hooff, renten, browgereedschap, und ander mobill off immobill guidt. Ende mede in krafft der voern[oemde] clausulen, ? all t' selve tuchtse wise by den langstlievenden gebruikt too werden, sonder des irst affgestorvenen erfgen[amen] die voern[oemde] guderen waar op die tucht gemaket is. Onder reciproque geloffte van tot gesinnen die voern[oemde] giffte und tucht too verwissen soo und alst naa stadt und landtrechte behoert sonder argelist. In orkonde des hebben wy schepen[en] voern[oemd] elck onsen zegell an deesen brieff gehangen. Gege[ven] too Zutphen den XX sten Feb[ruari].
secretaris Henrick Ruter, bekanden elck in t' sine, hy Johan Ruter by hem selve und zy Gertruidt Marrienborchs mit den voern[oemde] haaren momber, dat zy in de beste und bestendigste forme rechtes und gewoonheits? alhier kraft der voern[oemde] clausulen uuit gerechte ehelike lieffte malckanderen und d' eene den anderen, begifftiget hebben und begifftigen by dees in die vlinge? hellifts der staender ehe angewonnen erfftalige guederen, off noch, an too winnen, woo ook in de helleffte van haar beyder gerede guedt angebracht off angewonnen als gellt, gollt, selver gemundt und ungemundt, huisraadt, rackheit, lijnwaadt, leevendige haave, und wat ennigsons gereedt guidt genompt kan werden dat zye nu hebben und komstlick krigen moegen, daarvan niet dan allene dye brow gerietschap uithgesondert, alles in ?? der schepen[en] ord??, om die selve erfftalige angewonnen, und geriede guderen by den lanstlievenden erfflik und wirhlick beholden too werden. Malckanderen und d' een den anderen verder betuchtigeende, in d' andere samptelike soo w? angewonnen als angebrachte erfftalige, und gerede guderen buiten die ?? begifftinge gebliven, die zye gegenwordelick hebben, off noch werender echtschap verwarven sullen muegen, respective in onze stadt und schependom offt elders geleegen, als huis, hooff, renten, browgereedschap, und ander mobill off immobill guidt. Ende mede in krafft der voern[oemde] clausulen, ? all t' selve tuchtse wise by den langstlievenden gebruikt too werden, sonder des irst affgestorvenen erfgen[amen] die voern[oemde] guderen waar op die tucht gemaket is. Onder reciproque geloffte van tot gesinnen die voern[oemde] giffte und tucht too verwissen soo und alst naa stadt und landtrechte behoert sonder argelist. In orkonde des hebben wy schepen[en] voern[oemd] elck onsen zegell an deesen brieff gehangen. Gege[ven] too Zutphen den XX sten Feb[ruari].
Samenvatting
Wederzijdsche tucht van de echtelieden Johan Ruter en Gertruidt Marrienberch, die zij zich bij huwelijksvoorwaarden van 26 augustus 1590 hadden voorbehouden. Concreet maken ze elkaar tot mede-eigenaar van al hun spullen. Bij overlijden van de ene gaat het volledige eigendom over op de andere, zonder dat erfgenamen er aanspraak op kunnen maken.Betekenis
Ook hier in de details leuke stukjes informatie. Zo is er sprake van het brouwgereedschap; dat bevestigt dat Johan bierbrouwer van beroep was. Ander leuk detail is het feit dat Gertruidt haar achter-achterneef Henrick Ruyter als momber heeft meegenomen.Jaap Ruiter
13 januari 2025