De heervaart van 1466




De stadsfinanciën werden beheerd door de over- en de onderrentmeester, aanvankelijk tot 1526 twee van de schepenen, die alle jaren op Petri (22 februari) werden gekozen.
In de rekening van de onderrentmeester vinden we de posten van de gruit, lijfrenten, erfrenten en huur of pacht van stadsbezit. In de rekening van de overrentmeester vinden we onder ontvangsten: pacht van stadslanden, tijns, diversen, verkochte erf- en lijfgelden, weggelden, molengelden en verkochte waren. Bij de uitgaven zien we zaken als onderhoud per poort, reizen, wijnkosten, bodeloon, giften, onderhoud molens, ijzerwerk, uitgaven wachtlopen, algemeen, salaris en honorarium van onder meer timmerlieden, ambtenaren en weidemeesters en buskruit en andere oorlogsuitgaven.
Deze overrentmeestersrekening is wat in de praktijk vaak stadsrekening genoemd wordt.

De rekeningen bevatten een schat aan gegevens. Het zijn niet de betalingen en ontvangsten op zich, maar juist de beschrijvingen en opmerkingen rondom de cijfers die ons op een beeldende wijze over het leven in de stad Zutphen vertellen.
Van Zutphen zijn de eerste overrentmeestersrekeningen - slechts bekend uit het afschrift van G. Kreynck - , van 1412 en 1413. Vanaf 1445 zijn ze in hun geheel bewaard gebleven.
 
In 1527 en 1528 was Geryt Ruyter samen met Wilhem Schoeltwyck overrentmeester (hij was eveneens met dezelfde Wilhem een van de vier gedeputeerde burgers van het onderrentmeesterambt), en in de periode 1574 - 1578 zijn deze rekeningen bijgehouden door Henryck Ruyter, en tenslotte van 1597 - 1599 door Henrycks kleinzoon Johan Ruter.

Een bijzonder aardig voorbeeld van een opvallende kostenpost vinden we in de stadsrekening van 1466. Het betreft de kosten van biertonnen "die in desen heervarden verloeren sint van onsen brouwers". Een heervaart (heer=leger) werd georganiseerd als er onenigheid was tussen Zutphen en andere plaatsen. Dan vertrok er een karavaan aan schutters en bewapende burgers met veel vertoon van macht. Er werd een heerwagen meegevoerd; een enorme kar in bonte kleuren versierd met vaantjes en het wapen van Zutphen. De kar vervoerde een grote legertent, maar ook proviand en kogels. Het ging vooral om de show; echte strijd met slachtoffers waren zeldzaam.

Tonnen waarin normaliter bier vervoerd werd (denk aan 125 - 150 liter), waren ook geschikt voor opslag van andere zaken die een dergelijk leger nodig had. Spek, haring, boter etc.

In de heervaart van 1466 waren er zo’n 100 tonnen verloren gegaan, en natuurlijk moesten de verstrekkers daarvan - de brouwers - schadeloos gesteld worden. In de stadsrekening lezen we dan ook:

Item noch van tonnen, die in desen heervarden verloeren sint van onsen brouwers


In de lijst van namen die daaronder staat komen we tegen:

Geryt Rueter 2
Armgart Rueterss 3
Geryt Rueter 2

Staat Geryt er twee keer in? Jawel, maar het zijn verschillende personen. Zoals Gimberg opmerkt :

Er waren dus twee bierbrouwers Ruyters met denzelfden voornaam. Aan eene vergissing van den overrentmeester zal hier wel niet te denken zijn; want de familie Ruyters was te Zutphen in de middeleeuwen zeer uitgebreid.


Zijn opmerking bij Armgart is ook opmerkelijk:

Zij heeft blijkbaar de bierbrouwerij van haar vader — Henrick Ruyters — voortgezet.


En we moeten niet denken dat dit alle brouwers betreft die Zutphen rijk was. Gimberg merkt op:

Zooals blijkt, zijn dit de namen der bierbrouwers, van wie de stad voor de heervaart tonnen geleend had, waarin, zooals toen gebruikelijk was, verschillende artikelen bewaard werden. Uit deze lijst moet dus geenszins afgeleid worden, dat dit nu alle bierbrouwers waren. Integendeel. In de overrentmeestersrekening van 1467 worden b.v. nog de gebroeders Jan en Henrick Ruyters, bierbrouwers, vermeld.


Al met al een mooie ondersteuning van de stamboom van de Zutphense Ruyterfamilie, en we weten nu dat Armgart ook bierbrouwer was!

Wie zijn de genoemde Ruyters?
Geryt, broer van Armgart. Hij wordt ook wel Gerit Rueter de oelde genoemd.
Armgart, ook Ermgardis en Ermgart genoemd.
Geryt, de zoon van bovengenoemde Geryt. Ook vaak Geryt Rueter de Jonge genoemd.
Jan, broer van Geryt en hierna volgende Henrick. Wij kennen hem beter als Johan.
Henrick, broer van Geryt en Johan

Kortgezegd zijn dit broer en zuster met de drie zonen van de broer, en alle vijf bierbrouwers!


Bronnen

  • Handel en nijverheid te Zutphen in de Middeleeuwen, J. Gimberg, uit Gelre XXV 1922
  • Regionaal Archief Zutphen, Inventaris van het oud-archief van de stad Zutphen (1206-1815), nummer toegang 0001, inventarisnummer 1051
  • Archief Ruitersporen



Jaap Ruiter