De Koning van Zweden






Dit artikel heb ik toestemming van de uitgever overgenomen uit "Zutphense Pracht", 10 november 2016

Je kunt op de afbeeldingen klikken voor een groter formaat.
Begin 2015 verhuisde Gérardine Korteweg Maris samen met man en dochter van een boerderijtje in het Twentse Goor naar De koning van Zweden, een onopvallend en sober rijksmonument aan Groenmarkt 13. Na een korte, maar ingrijpende restauratie van de winkelruimte, opende een half jaar later haar brocanterie en galerie die het pand én de markt een totaal ander aanzien gaf.


Bewonersgeschiedenis Groenmarkt 13 
Groenmarkt 13 heeft net als veel andere Zutphense monumenten een 19e-eeuwse gevel met een kroonlijst maar de oorsprong van het huis is veel ouder. In een akte uit  1392 wordt het huis voor het eerst vermeld als erfenis van ene Gert Woltersoens. Mogelijk staan in andere bronnen nog vroegere vermeldingen opgetekend. Uit andere aktes blijkt dat het huis een achteruitgang heeft aan de Heukestraat. In de eeuwen daarna is het huis achtereenvolgens eigendom van de familie Exsen, Rueter, Brantz, Lockhuisen/Boelinck, Sticht, Overdorp. Reinders, Van Rhee, Janssen/Hissink, Schaap. Velders en Roekers. Hel huis word echter niet altijd door deze eigenaren bewoond.  In 1897 verkoopt koopman Jacob Richard van Roekel het huis aan Mozes Hoek. die er een manufacturenzaak in vestigt. Het achterhuis aan de Heukestraat is dan in gebruik als pakhuis en blijft in Roekels bezit. ln 1917 wordt het pakhuis verkocht aan Johan Rietberg, wiens zoon Johan er in 1933 zijn bekende puddingfabriek begint. In 1923 wordt Groenmarkt 13 verkocht aan drukker en uitgever W.J. Thieme, die al panden aan de Groenmarkt en de Heukestraat bezat. Groenmarkt 13 werd mogelijk gebruikt voor opslag van paper en boeken.



De Koning van Zweden 
In de late middeleeuwen en daarna tot het begin van de negentiende eeuw hadden huizen geen huisnummer, zoals tegenwoordig. Vaak werd het huis aangeduid met de straat waarin het lag en de naam van de bewoner, de functie van het huis of het beroep dat erin werd uitgeoefend. Ook werden huizen genoemd naar vorsten. Zo kreeg Groenmarkt 13 in 1686 de naam De Koning van Zweden. Het koninkrijk Zweden was, na een korte oorlog in 1658, een bevriende natie van de Republiek der Verenigde Nederlanden, waar de stadstaat Zutphen deel van uitmaakte. Bovendien woonde de ambassadeur van de Republiek in Zweden, in Zutphen: Walraven van Heeckeren tot de Netteihorst, bewoner van 's Gravenhof 6, nu het Hampshire Hotel.

Wie regelmatig over de Groenmarkt komt, kan het niet zijn ontgaan. Schuin tegenover de Wijnhuistoren verscheen een jaar geleden opeens een open winkelpui met een kleurrijke uitstalling van opgeknapte, oude meubels: hier zit brocanterie en galerie De Koning van Zweden. “We hebben het pand gekocht vanwege de winkelruimte,” zegt eigenaar en bewoonster Géraldine Korteweg Maris. In Goor werkte ze als tekendocent en -therapeut en aanvankelijk zocht het gezin een pand met een atelier- of praktijkruimte. Omdat ze oude meubels opknappen nog leuker vindt, ontstond langzaam het idee voor een eigen winkel. “Op 12 september vorig jaar zijn we geopend en sindsdien is de winkel enorm gegroeid. En wat zo leuk is, niet alleen het winkelend publiek, maar ook winkeliers noemen ons een aanwinst voor de markt en de stad.”

Reconstructie vide

De 'garagedeuren'

Het woonhuis boven was zo’n twintig jaar terug gerenoveerd. Géraldine: “Daar konden we zo in. Het opknappen van de winkel had onze prioriteit. ” De Jugendstil-winkelpui uit 1908 was eind jaren zestig al aangepast en later met garagedeuren dichtgemaakt. De vorige eigenaar, kunstenares Krin Rinsema, gebruikte de achterliggende ruimte als atelier en berging. “Het was heel hokkerig en donker.
Overal zaten gipswandjes en gipsplaten tegenaan. Die hebben we allemaal weggehaald en de oude muren, okergele balken en andere details weer zichtbaar gemaakt.”
Tijdens het verwijderen van een lage tussenverdieping, ontdekte aannemer Christiaans de sporen van een verdwenen stuk vide op de zijmuren. De oorspronkelijke vide met balusters is daarna door hem gereconstrueerd. Om de vide bij de winkel te trekken, is in de werkplaats achter de winkel een trap geplaatst, zodat klanten ook naar boven kunnen.

Materiaaluitsparingen 
Géraldine en haar echtgenoot Han wisten nauwelijks iets van monumenten, maar hebben in korte tijd veel bijgeleerd. “Peter Christiaans vertelde ons dat aangebrachte veranderingen in een monument reversibel moeten zijn. Daarom heb ik de muren in de winkel gestuukt met leemstuc en niet met cement, want dat krijg je er niet meer af.” Van één zijmuur bikte ze een deel van de pleisterlaag af om de middeleeuwse kloostermoppen zichtbaar te maken. Daarbij kwamen ook gemetselde bogen tevoorschijn. “Veel klanten stellen er vragen over. We dachten eerst dat het om restanten van een raam of doorgang ging, totdat de gemeentelijke bouwhistoricus ons uitlegde dat in de middeleeuwen op deze manier materiaal werd uitgespaard.”

De olijfgroene winkelkast en schuifdeur achterin bleken veel jonger, maar waren wel het behouden waard. “Helaas is slechts een van de twee schuifdeuren bewaard. Ik hoop nog steeds dat de ander ergens boven water komt, want een kopie maken is kostbaar.” De groene kleur van kast en deur dook ook op andere plekken op, zoals in de oude schouw die achter de gipsplaten verborgen zat. Alle olijfgroene details zijn in dezelfde kleur overgeschilderd.

De puddingfabriek
De voormalige puddingfabriek aan de Heukestraat, was ooit het achterhuis van De koning van Zweden. De aanbouw met
lichtstraat tussen de winkel met werkplaats en de puddingfabriek laten Géraldine en Han voorlopig wat het is. “Ons plan was de binnenplaals te herstellen. Maar omdat er geen zon komt, is het er altijd vochtig. Bovendien heb ik de ruimte hard nodig voor opslag en workshops. Het liefst zou ik de hele aanbouw met glas bedekken. Dan krijg je een soort wintertuin.”
Een stenen trap in de aanbouw leidt naar een gedeeltelijk gewelfde kelder. “Je zou het niel verwachten, maar het deel met de houten balken is toch het oudst,” vertelt Gérardine.
"De gemelselde ophoging in de keldervloer is volgens Michel Groothedde de rest van een oude beerput. Hoogstwaarschijnlijk zit er nog een kelder onder. Omdat de put is volgestort, kun je er niet in.”

Zweeds rood
Aan de voorgevel is alleen de onderpui aangepakt. De dichte garagedeuren zijn vervangen door twee openslaande winkeldeuren met glas en een ingang naar het bovenhuis; het lelijke, moderne metselwerk met vochtplekken is afdekt met houten gevelbekleding met aan weerszijden pilasters. Voor de kleur is overlegd met de gemeente. Deze moet namelijk passen bij het monument en de rest van omgeving. Gérardine: “Ik wilde in geen geval donkergroen en toen zijn we uitkomen op Zweeds rood en okergeel, klassieke kleuren die binnenin het pand terugkomen.”
Op oude foto's is nog te zien dal de ramen in de bovengevel voorzien waren van blinden. Als ze die terugplaatsen, moet dat per se in donkergroen. “Tenzij we kunnen aantonen dat het huis ooit blinden had met een andere kleur. Helaas valt dat op de foto 's niet te zien, want die zijn in zwart-wit.” De verticale zonneschermen die er nu zitten, vinden ze niet mooi, maar voorlopig prima. “Wel komt er nog wel een ouderwetse markies aan de winkelpui, want ‘s zomers schijnt de zon de hele dag op deze kant van de markt.”

Bordestrap  
Via een smalle bordestrap aan de rechterkant van het pand kom je in het drie lagen tellende bovenhuis. Het eerste trapdeel is door de aannemer naar voren verplaatst en het tweede deel rechtgemaakt en naar achter geplaatst. Zo ontstond meer draairuimte op de bordessen. Het eerste stuk van de trap zit met scharnieren aan het bordes vast. “Door de trap omhoog te tillen, kunnen we in de ruimte eronder onze fielsen stallen” legt Gérardine uit. “Die oplossing zagen we bij de buren.”
Op de eerste en tweede woonlaag zijn tijdens de renovatie in de jaren negentig originele details uit verschillende periodes teruggebracht of behouden, zoals oude vloerdelen, balkenplafonds, schouwen, middeleeuwse muurnissen en negentiende-eeuwse zitvensterbanken. “In de woonkamer hebben we alleen een gipsplaten tussenwandje weggehaald en wat stucwerk verwijderd, waardoor de kloostermoppen zichtbaar werden.” Ook hebben ze de vloer in de kamer boven de woonkamer meteen geïsoleerd. “Daar slaapt onze dochter. Het was zo gehorig, dat ze alles van beneden letterlijk kon verstaan.”

Renoveren  
De rest wilden ze gewoon zo laten. “Maar je gaat je op den duur toch aan dingen storen. En pak je het een aan, dan moet je het andere ook doen,” aldus Gérardine. In de woonkamer is ten slotte een nieuwe houten vloer gelegd en de toegang naar het trapbordes vergroot met een dubbele deur. Op de tweede verdieping komt lussen de slaapkamer voor en achter nog een grote inloopkast en een douche met wc. De bovenste verdieping is opgedeeld in drie ruimten die na de oorlog zijn afgetimmerd met zachtboard. Door een luikje in het verlaagde plafond, kijk je op de oude kapconstructie. “Deze verdieping gebruiken we uitsluitend voor logés en opslag. Hier gaan we niets aan doen, tenzij we de loterij winnen. Bovendien moet er nog iets te renoveren overblijven voor de volgende eigenaar, want dit is geen huis waar je altijd blijfl wonen. Als we zeventig zijn, redden we al die trappen niet meer”


Emy Vesseur


Bronnen

  • Zutphense Pracht, 10 november 2016
  • Archief Ruitersporen



Jaap Ruiter
18 november 2024