Inventaarijs van alle goederen van Wijger Alberts Ruijter te Muggenbeete
Betreft Wijcher Alberts Ruijter
Op 18 december 1795 maakt de pander van schoutambt Steenwijk, Steenwijkerwold en Scherwolde een uitgebreide inventaris van alle goederen in het bezit van Wijcher Alberts Ruijter, zie Wijcher Alberts Ruijter raakt alles kwijt, VII ↗ akte
Deze lijst maakt het ons mogelijk om eens te bekijken, wat er zoal in een vervenershuisje aan spulletjes lag. Eerste indruk: niet veel.
Laten we de meest opvallende zaken eens nader onderzoeken.
Dit soort huisjes bestond uit een enkel vertrek, met daarin een bedstede voor de ouders, en wiegetjes e.d. voor de allerkleinsten. De grotere kinderen sliepen op de zolderverdieping.
In gedachten kunnen we met de pander meegaan, als hij het vertrek rondkijkt.
We zien een rek aan de wand met 30 grote en kleine schoteltjes, een klok ("klook") en twee schilderijen. Ook hangen er twee rekken met lepels ("leebels"). Opvallend is het grote aantal schotels ("schotelties"), kommetjes ("kommijgies") en diverse glazen, ook voor bier en jenever, maar bijvoorbeeld niet voor wijn. De pander is duidelijk een man uit de streek. Hij kent deze huishoudelijke voorwerpen bij hun dialectnaam.
Ook staat er een lantaarn ("lanteren") in de kamer, en hangt er ergens een pistool ("pastool").
In de kamer staat een glazen kast, waarvan de inhoud apart wordt opgesomd. Naast opnieuw veel kopjes en schoteltjes vinden we hierin "15 soldaaten, 1 kanon". Dit zijn natuurlijk tinnen soldaatjes en dit staat hier voor de 'show'. Ook ligt hierin een horloge ("orloose").
Verder wordt er geen enkel luxe artikel genoemd, of het zouden de porcelijnen schotels en kopjes, de tinnen schotels en het koperen komfoor moeten zijn. Aardig dat er gerept wordt van "26 pasteleinen schootelties 24 pasteleijnen koppies". Blijkbaar zijn er 2 kopjes gebroken?
Nadat we als laatste de bedstee hebben gehad, staan we plotseling buiten. Daar ziet de pander een zwartbonte koe, en tegen de oever ligt een punter met een zeil. Van de melk van de koe wordt blijkbaar in huis boter gemaakt ("1 pols in de karne"), op de manier zoals dat eeuwenlang gebruikelijk was.
Op het erf bevinden zich nog wat spulletjes, waaronder een oude rommelkast, ongeveer 1500 turven en een baal hooi. Met dat laatste zal de koe de winter moeten zien door te komen?
Al met al gaat het hier om een huis met schuur en een varkenshok, op eigen grond en een aanlegplaats voor de punter ("het huijs en schueere en een vaerkenshok met des zelfs grondt en worft").
Wat ook opvalt is datgene wat níet genoemd wordt. Kleren behoorden blijkbaar niet tot de roerende goederen. Daar is ook wel wat voor te zeggen. Verder heeft Wijcher geen gereedschap zoals een hamer en een zaag.
Ook ontbreekt het aan zilveren of gouden voorwerpen, zoals sieraden en dergelijke.
En dit is wat er aan spulletjes in het huis aangetroffen werd door de pander; het huis met de hele inventaris is in de weken daarna in een executieverkoop van eigenaar gewisseld.
Wijcher en zijn gezin stonden op straat en ze zullen vast door naaste familie opgevangen zijn.
Dankzij de genealogie kunnen we nog wel iets zeggen hoe het verder met dit gezin is gegaan.
Wijcher en zijn jonge vrouw Lammigje kregen samen nog vier kinderen, waarvan Geert (uit 1803) commies bij de rijksbelastingen geworden is. De overige zonen, die de vernedering van de openbare verkoop bewust hebben meegemaakt, zijn alle vier in de turfmakerij werkzaam gebleven. Joost en Dirk waren daarin zo bedreven dat ze het tot veenbaas schopten en grote oppervlakten aan turfland in bezit hadden in Zuid-Friesland. Ze brachten het tot grote welvaart.
Van de meisjes uit de beide gezinnen hebben we geen verdere informatie.
Bronnen
- Archief Ruitersporen
Zie artikel "Wijcher Alberts Ruijter raakt alles kwijt"
Jaap Ruiter
03 december 2024
vorige |
Onderzoek Hanze Ruyters
Onderzoek 'Vroege Ruijters'
Overzicht artikelen
Overzicht aktes
Foutje gevonden? Commentaar? Meld het via het reactieformulier! |