Henrick Ruijther zaliger Gerritsen in die Boykerstraet
In de Collectie Kreijnck, 0141, inv.nr. 21 kwam ik deze aantekening tegen:
1546 : Derrick ten Weerde end Bele syn vr[ouw] vercopen Henrick Ruijther z[aliger] Gerritsen in die Boykerstr[aet], haer twee stucke lants gelegen in de kerspel van Steenre buyrsch[ap] Rae [...]
Henrick Gerrits Ruyter uit de Beukerstraat? Dat was destijds misschien een goede indicatie van welke Henrick bedoeld werd, maar ik kan niet snel een aanknopingspunt ontdekken...
In de stamboom dienen zich voor deze periode twee kandidaten aan; het zijn achterneven van elkaar want hun opa’s waren broers.

Van de Henrick II bij de onderste pijl weten we daarentegen bijzonder weinig. Hij moet zo’n 20 jaar ouder geweest zijn, en blijkt een koopman die regelmatig in het buitenland vertoeft, ongetwijfeld in de Duitse gebieden. Zo ontvangt hij in 1536 een soort ‘sauvegarde’ (beschermbrief) van het stadsbestuur:
Henrick Ruter een certificatie gegeven van Burgerschap met passagien in gewoontlicker formen onder narratien, als woe dat Henr. Ruter zalige Gerrit Ruters Henricks soon onse medeburger is. End soo hy zich dan vast Oistwart end anders waer met syne neringe end coopmanschap te verhantieren versueckt end noch geerne vorder versuecken oock syne gueder als voor onse medeburgers guet geerne verdedigen solde.
In 1542 staat zijn naam nog in een koopcontract, met zijn moeder, broer en zusters:
Wyze wed[uwe] z[aliger] Gerrit Ruthers, Gerrit end Henrick haer soons, Stine, Truyken end Anna haer dochteren verkopen [...]
Maar in 1550 lezen we:
Wyze wed[uwe] z[aliger] Gerrit Ruthers geeft haeren drien kindren Gerrit, Truyken end Anna uit soodane kintsdeel haer z[alige] dochter Stine aangeorvet was van haer z[aliger] vader, end voort wat zy onder handen heeft van wyncoopmanschap te verstaen schult end wederschult hercommende van de wyne.
In de laatste notitie ontbreekt Henrick als kind van Gerrit en Wyze. Is hij intussen overleden? Of woont hij in het buitenland? Zijn rol in Zutphen is na 1550 in ieder geval uitgespeeld, zodat we kunnen aannemen dat verdere vermeldingen van Henrick Gerrits Ruyter uitsluitend betrekking hebben op Henrick I.
En verrassing: het koopmanschap blijkt in ieder geval voor een gedeelte met de handel in wijn te maken te hebben.
Nog een aantal vermeldingen van Henrick Ruyter in de “Collectie Kreynck” :
1547 : Henrick Ruther onse ingeseten medeburger heeft sweerende geseeckert dat sodaene 16 stuck end drie toelast wyns vijf vetken gebranden wyns, als Johan Reyners omtrent vrydages voor pinxteren an t’ tolhuis voorby gebracht heeft, hem selven end niemant anders toebehooren.
1548 : Henrick Ruther in Boikerstr[aet] onse medeburger heeft sweerende geseeckert dat soodane wyne als schipper Johan Reyners her afgebracht heeft, hem selven toekomen, end niemant vreemts daer part an heeft
1548 : Lumme wed[uwe] z[aliger] Gerrit Ruther in Boickerstraet bekent dat haer soon Henrick Ruther an haer huis in de Boickerst[raet] ten cost gelecht heeft van syn guet end uit syn koopmanschap oft van ander syn guet, ongeveerlick ses hondert daler, t’ welcke haer andere kinder na haeren doot betalen sullen.
1548 : Henrick Ruther in Boikerstr[aet] onse medeburger heeft sweerende geseeckert dat soodane wyne als schipper Johan Reyners her afgebracht heeft, hem selven toekomen, end niemant vreemts daer part an heeft
1548 : Lumme wed[uwe] z[aliger] Gerrit Ruther in Boickerstraet bekent dat haer soon Henrick Ruther an haer huis in de Boickerst[raet] ten cost gelecht heeft van syn guet end uit syn koopmanschap oft van ander syn guet, ongeveerlick ses hondert daler, t’ welcke haer andere kinder na haeren doot betalen sullen.
Opnieuw is hier sprake van een Henrick uit de Beukerstraat, en ook zijn moeder Lumme woont daar. En net als bij Henrick II komen we hier de woorden "koopmanschap" en "wijn" tegen.
Lumme is natuurlijk Lumme ten Doene, en daarmee is bekend dat de Henrick uit de Beukerstraat wel degelijk Henrick I betreft.
Overigens handelt Henrick niet alleen in wijn:
1552 : Henrick Ruther Gerritsen onse ingeseten medeborger heeft sweerende geseeckert, dat soodane drie last molts end twintich? syden specks als hem Griete Kerstkens gesant heeft, hem selven toebehoert.
1553 : Henrick Rueter onse ingeseten medeburger heeft gesworen dat soodane twee last herincks als hem van Amsterdam avergesant [...]
1556 : Henrick Ruther Gerritsen onse medeburger heeft sweerende geseeckert dat soodaene molt end rogge als hem Margareta Rolofs van Amsterdam avergeschickt heeft [...]
1553 : Henrick Rueter onse ingeseten medeburger heeft gesworen dat soodane twee last herincks als hem van Amsterdam avergesant [...]
1556 : Henrick Ruther Gerritsen onse medeburger heeft sweerende geseeckert dat soodaene molt end rogge als hem Margareta Rolofs van Amsterdam avergeschickt heeft [...]
Behalve wijn handelt hij ook in mout, rogge, spek en haring. Mout was natuurlijk een grondstof voor het bierbrouwen.
Uiteindelijk komen we de volgende aantekening tegen die ons belangrijk verder helpt:
1569 : [...] vercopen Henrick Ruter Henricksen Fenne syn vr[ouw] 3 g[ulden] jaerlix tot 30 st[uivers] uit haer huis in de Beuckerstr[aat] tussen Henrick van Kraenenborch end Henrick Ruter Gerritsen huis.
In het Historisch Kadaster vinden we het pand, waar het hier over gaat. Het betreft kadaster nummer 1088 in de Korte Beukerstraat. Dit stuk Korte Beukerstraat had ik al eens beschreven in:
Korte Beukerstraat
De naam Korte Beukerstraat is blijkbaar van latere datum en dat maakte dat ik verkeerd zocht.
Het resultaat van deze zoektocht is duidelijk: Henrick I is zonder enige twijfel de gezochte Henrick Gerrits Ruyter uit de Beukerstraat. Maar dankzij deze speurtocht is ook duidelijk geworden, dat we zijn beroep van bierbrouwer moeten wijzigen. Hierover heb ik een apart artikel geschreven:
De wijnheer van Zutphen (in voorbereiding)
Bronnen

Jaap Ruiter
11 maart 2025