De wijnheer van Zutphen






Henrick Gerrits Ruyter neemt in de Ruyterstamboom een bijzondere plaats in. Zijn naam komt veelvuldig voor in de archieven van de stad Zutphen, waaruit blijkt dat hij een vooraanstaand burger van die stad geweest is. Zo kennen we hem als schepen en raadslid, als cijsmeester (de inning van de stadsbelastingen werd uitgesteed) en als stichter van het Ruitershofje in de Nieuwstad. Hij trouwde tweemaal, met vrouwen uit aanzienlijke of zelfs adelijke families. Naast zijn huwelijken weten we ook nog van zijn buitenechtelijke kinderen, waaronder zijn zoon Henrick, die het tot stadssecretaris schopte.

Hoewel als beroep van deze Henrick Gerrits Ruyter in de stamboom “bierbrouwer” is ingevuld - net als bij de meeste van zijn directe familie - heb ik daar nu toch twijfels over. Zijn verre achterneef, Henrick Henricks Ruyter die met Fenna Vaetebender getrouwd was en ongeveer even oud, stond destijd bekend als Henrick Ruyter brouwer. Over diens beroep kan dus geen misverstand bestaan. Het moet in die tijd (net als nu nog steeds) een hele klus geweest zijn om al die Henrick Ruyters uit elkaar te houden. Zo werd de in de bovenste alinea genoemde zoon Henrick Ruyter licentiaat genoemd. Hij had een universitaire graad en dat onderscheidde hem van de overige Henricken.
Maar terug naar het bierbrouwen.

Het is me niet direct gelukt om de bron(nen) te vinden op grond waarvan ik “bierbrouwer” als beroep van Henrick Gerrits Ruyter heb ingevuld. Mogelijk heb ik beide Henricken door elkaar gehaald.

In de Collectie Kreijnck, 0141, inv.nr. 21  vinden we wel hele andere informatie:
1547: Johan van Stenre, Henrick Ruyther end Hilleken Egberts hebben met eede beholden dat alsoodaene wijn als sij an Johan Reiners bevracht hebben end van baven afgebracht heeft, hun alleen toebehoort.
1547 : Henrick Ruther onse ingeseten medeburger heeft sweerende geseeckert dat sodaene 16 stuck end drie toelast wyns vijf vetken gebranden wyns, als Johan Reyners omtrent vrydages voor pinxteren an t’ tolhuis voorby gebracht heeft, hem selven end niemant anders toebehooren.
1548 : Henrick Ruther in Boikerstr[aet] onse medeburger heeft sweerende geseeckert dat soodane wyne als schipper Johan Reyners her afgebracht heeft, hem selven toekomen, end niemant vreemts daer part an heeft
In 1548 : Lumme wed[uwe] z[aliger] Gerrit Ruther in Boickerstraet bekent dat haer soon Henrick Ruther an haer huis in de Boickerst[raet] ten cost gelecht heeft van syn guet end uit syn koopmanschap oft van ander syn guet, ongeveerlick ses hondert daler, t’ welcke haer andere kinder na haeren doot betalen sullen.
1552 : Henrick Ruther Gerritsen onse ingeseten medeborger heeft sweerende geseeckert, dat soodane drie last molts end twintich? syden specks als hem Griete Kerstkens gesant heeft, hem selven toebehoert.
1553 : Henrick Rueter onse ingeseten medeburger heeft gesworen dat soodane twee last herincks als hem van Amsterdam avergesant [...]
1553 : Henrick Rueter onse ingeseten medeburger heeft sweerende geseeckert, dat die 10 last molts syn junge hem uit de marckt gesant, 2 last roggen end noch 156 last molts die hem Griete Roelof van Amsterdam toegeschukt, hier binnen Zutphen of in de lande van Gelre vercopen wil.
1554 : Henrick Ruther Gerritsen heeft sweerende geseeckert dat soodane 14 last molts als hem Griete Roelofs over gesant heeft [...]
1556 : Henrick Ruiter Gerritsen onse metburger heeft sweerende geseeckert dat soodaene molt end rogge als Margareta Rolofs hem van Amsterdam gesonden heeft [...]
1556 : Henrick Ruther Gerritsen onse medeburger heeft sweerende geseeckert dat soodaene molt end rogge als hem Margareta Rolofs van Amsterdam avergeschickt heeft [...]
1565 : Burgermeistere schepen end raedt, end Henrick Ruether haer mederaetsvr[iend] zyn avercomen dat sy der stat wynhuis Vreden drie jaer lanck met den anderen met wynen aldaer te tappen willen onderholden. Voort der stadt wyn accyns end op gelt op boeren laeten. Daer toe sy angenomen hebben Evert Meyerinck, die sulx getroulick by synen eede tot der stats end Ruthers best bedienen end waeren sal end de stat end Ruther sullen hem een taxe van wyne doen end in de kelder leveren.

Het wijnhuis Vreden staat nog steeds (in vernieuwde vorm als Wijnhuistoren) aan de Groenmarkt in Zutphen. Hier vonden de raadsvergaderingen plaats en ontving de stad haar gasten. Het was tevens een herberg en hier was ook de stadswaag gevestigd. Al met al een plek waar veel wijn gedronken werd, en Henrick had hier een goede klant aan.

Uit al deze notieis is nu wel duidelijk dat Henrick in - vooral - wijnen handelde. Deze werden gehaald uit de wijngebieden aan de Rijn en de Moezel. In die handel speelde Keulen een zeer belangrijke rol. Vanuit die stad werd de meeste wijn naar het noorden verscheept. En dan is het misschien heel logisch dat Phillips, de één jaar jongere broer van Henrick, voor 1548 naar Keulen vertrok en daar trouwde. Mogelijk was Philips de lokale ‘agent’ die de zaken voor Henrick regelde.

Tenslotte: in 1545 is er in Kampen een akte opgemaakt, waarin Johan Knippenborch verklaart 42 gulden te hebben overgedragen aan Gheert Kreynck ten behoeve van Henrijck Ruter, wijnheer te Zutphen.
Ook al trouwde Henrick Gerrits Ruyter dan pas in 1558 met Wilhelma Kreynck, we weten nu wie er met deze Henrijck Ruter bedoeld wordt!


Bronnen

  • Collectie Gerrit Kreijnck: NL-ZuRAZ, Collectie Kreijnck, 0141, inv.nr. 21
  • Archief Ruitersporen



Jaap Ruiter
12 maart 2025