Magescheid kinderen Henrick Gerrits Ruyter



datum31 mei 1592
betreftHenrick Gerrits Ruijter
bronNL-AhGldA, 0481, inv.nr. 1189, scan 3   (wat betekent deze code?)
afbeeldingakte
In de tekst :
   ??  = onleesbaar
   ?  = niet helemaal duidelijk
   [...] = passage overgeslagen
   [xx] = aanvulling van ligaturen
              en afkortingen
   car. gl. = caroli gulden
   [mijn opmerking, JR]


De akte beslaat drie volgeschreven grote pagina's, die afzonderlijk weergegeven zijn:
Deel 1
Deel 2
Deel 3 


Transcriptie: Jaap Ruiter



Transcriptie, pagina 3

zegelen dat ick Wilhem Veer ter beede deeren voern[oemde] gerne gedaen too hebben myt idt an-
hangen mynes zegles betuge, und tot merder verseckerheit und bestendicheit hebben
noch semplick versocht und requirirt die Edele und Erenfste Herman van Hell und
Gerrit Kreinck sampt Henrick Ruter als aaver und angewesene bloot und mache-
scheidts vrunde, deese neffen ons too willen besegelen, Dat wij Herman van Heel,
Garrit Kreinck und Henrick Ruter ter requisitie als baven gerne gedaen, und elck
onsen segel beneden an deesen machescheits brief (deesen drie alliens luidende
und by restlicken der voern[oemde] partyen eene berostende is) gehangen hebben. Gegeven
too Zutphen den lesten Maij XV c twie und negentich (1592) styl ant[ico] [= oude tijdsrekening, JR]

Was onderschreven       Jan Ruter    Wylhelma Ruters
ende met ses uythangende segelen in groenen wasse becrachtiget.

In dorso stont  [in de kantlijn, JR]

Bekenne ick onderschreven dat die 465 daler 11 st[uivers] 1 oort in dit maegescheyt aean-
getagen und myne kinderen van het versterf van oer z[aligen] broeder Hendrick com-
peteerende in het maegescheyt soe tusschen myn kinderen und Johan Ruyter ende syn
suster opgericht bynnen in liquidatie gebracht und aldaer in de deylonge [deling, JR] van de guederen
voldaen ende betaelt. Actum den 20sten Februarij 1598.
Was onderschreven     Kreynck

Wy onderschreven broeder en suster bekennen voer ons und onsen erven dat wij tot afdoe-
ninge und betalinge van verstreckte geliende penning[en] verterde kosten, und t versterf
onses z[aligen] broeders Henrick Ruters belopen[de] in alles die summa van vifhondert ses und sestich
dal[ers] twelf stuvers, den daler tot dertich stuver, den stuver tot 15 pl. gereeckent, onser
suster weduwe van Heell und haaren kinderen aavergegeven hebben, und gieven aaver mits
deese eene onlosbare rente und tyns van twye Blauwe guldens und 39 st[uivers], mit noch
sesten halven st[uivers] uit Lebbinges guedt toe Vyerackeren, und die gerechticheit daer van
dependirende, und noch eene rente van dartich dalers uyt dat halve Reve aldaer, waer van??
in gegenwoerdiges maehgescheit ingetagen, mits dat ons voerbeholden sal bliven, woe oeck
onsen erven, die voern[oemde] onlosbaere rente und tins mit daer toe gehorende gerechticheit
ten allen tyden too muegen lossen mit negentich dalers van prise? voergen[oemd]. Gelaevende
voer ons und onsen erven tot gesinnen der voern[oemde] onser suster, haar kinder und haaren
erven hier van to doen sodaene cessie und transport als naa Lantrechte behoren sall.

Actum Zutphen den 17 Aug 1601. Stilo ant[ico]
Was onderschreven  Jean Ruitter    Wylhelma Ruytters



Samenvatting

Cousin van der Hell, man van Lumme Ruyter, en Jacob van Winshem, man van Lutgert Ruyter, de overblijvende kinderen uit het huwelijk van Henrick Ruyter met Wilhelma Kreynck, alsmede de overblijvende kinderen van het tweede huwelijk met Geertruit van der Hell, Johan Ruyter en Wilhelma Ruyter, ondertekenen een overeenkomst waarin ze de boedel van hun vader verdelen. Deze akte bevat allerlei interessante informatie, en zal besproken worden in een nog te verschijnen artikel.

Betekenis

De betekenis van deze akte zal eveneens besproken worden in een komend artikel.


Jaap Ruiter
5 augustus 2024



    vorige    volgende