Leeft Henrick Gerrits Ruyter in 1577 nog?
In het oud-archief van Zutphen bevindt zich een brief van het stadsbestuur aan Henrick Ruyter Gerritss. Er is echter een probleem: de brief dateert van 2 november 1577, en wij weten - of meenden te weten - dat Henrick Gerrits Ruyter eind 1574/begin 1575 is overleden!
Voordat we ons afvragen wat dit allemaal voor consequenties kan hebben, is het vást zinvol om deze brief eens beter te bestuderen. Het regest van deze brief luidt als volgt:
Het stadsbestuur van Zutphen schrijft aan Henrick Ruyter Gerritss dat Zutphen verschillende keren geprobeerd heeft tot afwikkeling van zaken te komen in verband met de achterstallige schulden van de stad door de beslaglegging door wijlen Evert Meyerinck op het wijnhuis, gedaan in 1565 tot en met 1567. Daarom zijn onlangs raadsverwant Andries Achtevelt en de secretaris naar hem (Henrick Ruyter Gerritss) gestuurd. Het is van het grootste belang voor de schuldeisers, maar ook voor de burgers, dat deze zaak zo spoedig mogelijk afgewikkeld wordt.
Wat is er aan de hand?
Evert Meyerinck, ooit rentmeester van de stad, heeft blijkbaar een vordering op de stad die al sinds 1539 speelt. In 1544 lijkt het probleem opgelost, want “burgemeesters, schepenen en raad van Zutphen beloven, om de gewezen rentmeester Evert Meierinck in 5 jaar 91 gulden, 13 stuiver Brabants te betalen.” Bron: [b4] In de jaren 1565 - 1567 legt Evert Meyerinck echter beslag op het wijnhuis om achterstallige betalingen af te dwingen.
We weten dat Henrick Gerrits Ruyter schepen van Zutphen is geweest; dat de raad hem om raad vraagt is dus niet gek.
In de rekeningen van overrentmeester (en neef) Henrick Rueter Henrycxsson, 1574/1575 (Bron: [b11]) vinden we twee aantekeningen die in dit verband van bijzonder belang zijn:
Op Sonnendach den zevenden Novembris Frederyck die bade verloent van dat hij tot Vyerackeren an Rueter brieven gedraegen hadde, 6 stuiver
Op Sinte Symon ende Judendach (28 oktober) die raetzverwant Achtevelt ende secretarys Averkamp gereyst tot Henryck Rueter Gerritsson te Vyeracker ende beloepen daeromme oere vacatien in gelde, mit 3 ½ stuiver die sij den vuerman die hun haelde, to drinckgelde gegheven, 16 stuiver 4 ½ plak
We herinneren ons de zin uit eerstgenoemde brief: “Daarom zijn onlangs raadsverwant Andries Achtevelt en de secretaris naar hem (Henrick Ruyter Gerritss) gestuurd.”
Onlangs? De brief zou van 2 november 1577 zijn, en het bezoek van Achteveld en Averkamp was op 28 oktober 1574!
Het is hoog tijd om een scan van de brief er bij te halen.
In de marge staat als datumaanduiding (later aangebracht) :
Achter het jaartal 1577 staat een vraagteken. Er zijn blijkbaar al eerder twijfels geweest?
Welk jaartal staat er dan in de brief zelf?
De onderste regel werd blijkbaar gelezen als november XV LXX VII. Dat is inderdaad 1577. Maar de laatste serie karakters laten zich ook lezen als LXXIIII en dat is 1574 (gebruikelijk is om de laatste I te voorzien van een haaltje naar onderen).
Wij hebben ooit geleerd dat niet IIII maar IV gebruikt moet worden voor het getal 4, maar dat blijkt niet altijd te gelden.
Op oude wijzerplaten zie je ze ook wel:
En zo komen we bijvoorbeeld ook wel IIX tegen in plaats van VIII.
Kunnen we ergens aanwijzingen vinden dat we dit moeten lezen als IIII en niet als VII? Is er een brief te vinden die wél in 1574 ondergebracht is, en hoe is dan het jaartal geschreven?
Jawel, deze is nota bene van dezelfde maand en het jaartal is inderdaad XV LXX IIII.
Bewijs geleverd! Onze brief is wel degelijk van 2 november 1574 en is onder een verkeerd jaartal in het archief opgeslagen!
Ik heb inmiddels het Regionaal Archief Zutphen hiervan bericht gedaan en zij reageerden heel positief "daar kunnen we wat mee"; het archief gaat een en ander corrigeren.
Er is nog een ander aspect. Henrick Gerrits Ruyter woont eind 1574 blijkbaar in Vieracker. Dat is wel weer verrassend omdat zijn kleinzoon Johan het goed Vieracker pas in 1663 koopt; hij is dan al burgemeester van Zutphen.
Dit moet nog eens verder uitgezocht worden.
Ten tijde van de Spaanse inname van Zutphen in 1572 was Henrick Gerrits Ruyter schepen in die stad. Bij de machtswisseling is hij aan de kant gezet, of heeft zelf eieren voor zijn geld gekozen. Het lijkt waarschijnlijk dat hij de stad verlaten heeft en is gaan wonen in Vieracker. Daar moet hij dan eind 1574/begin 1575 zijn overleden.
Jaap Ruiter