In het boek lezen we het volgende bijschrift :
Hessel was boerenarbeider bij Fritske Hielkes Boersma, boer aan de Kooisloot. Hendrikje was daar voor haar trouwen zeven jaar dienstbode of liever boerenmeid. Fritske Boersma was goed voor zijn personeel. Hj leefde met hen mee en betaalde in die tijd, waarin de mensen toen leefden, behoorlijk. Hendrikje verdiende als dienstbode f 75,- per jaar en dat was toen een goed loon. Daar kwam nog bij dat ze zondags op de fiets van de boer naar de kerk mocht, toen nog naar Oosterzee of Echten, in de polder was nog geen kerk. Het was wel een herenfiets, maar dat kwam er toen minder op aan, het ging altijd beter dan lopen en natuurlijk ook vlugger. Na hun trouwen werd Hessel arbeider bij Fritske Boersma. Zij kwamen te wonen in de voormalige herberg van Date Mast aan de Kooisloot, die bijna op het erf van Boersma stond. Als er 's nachts wat in de stal was met het vee, kon de boer hem zo roepen. Een goede verhouding dus tussen boer en arbeider. Na vijftien jaren diensttijd wilden Hessel en Hendrikje graag wat voor zichzelf beginnen. De boer was daar wel voor en hielp hen daarbij. Zij huurden een klein boerderijtje aan de Ringvaart, eigendom van Jan Poepjes van Delfstrahuizen. Heel gelukkig en tevreden hebben ze daar jaren gewoond.
|
|