Paul Ruiter, een gedreven muziekpedagoog
Het is een boeiend relaas over Paul Ruiter, neef van de orgelbouwer Mense Ruiter, en net als deze toebedeeld met een grote mate van muzikaliteit.
In verband met de lengte heb ik het op een aantal plaatsen ingekort.
door J. Tiesnitsch
Een gedreven musicus.
Paul Ruiter werd geboren op 6 juli 1908 te Oldelamer. Zijn vader had daar een brandstoffenhandel. Daarvoor was deze werkzaam als vervener onder andere in Eesveen en Tijnje (Fr.). Paul was het enige kind uit het gezin. Zijn muzikaliteit had hij niet van een vreemde. Vader Ruiter was organist in de Gereformeerde Kerk te Wolvega. Paul werd zijn opvolger en heeft 16 jaar de diensten begeleid. Hij was een volle neef van de Groninger orgelbouwer Mense Ruiter.
Zijn lessen ontving Paul Ruiter van de bekende Leeuwarder organist Beintema.. Later werd hij een vrij belangrijke figuur in de orgelwereld. Hij kon uitstekend registreren. Samen met Rusticus uit Sneek en Schuitema uit Leeuwarden nam hij vele kandidaat-organisten examens af.
In 1935 trouwde Ruiter met de in 1914 geboren mejuffrouw W.M. Kat. Een jaar later werd zoon Jan geboren. Deze was een tijdlang voorzitter van het jongerenkoor Jong Zanglust. Het tweede kind was eveneens een zoon. Dat was Rense (1939). Na de twee zoons werd een dubbele rijkelui's wens vervuld: er volgden twee dochters: Tineke (1942) en Greetje (1947). Aanvankelijk woonde het gezin in Wolvega, maar in 1958 verhuisde de familie Ruiter naar de Burgemeester Goeman Borgesiusstraat. Het huis staat er nog: tegenover Albert Heijn. Daar waar nu de sombere, kille muur van de grootgrutter het beeld van dat straatgedeelte bepaalt.
Ruiter was een serieus man. Streng en wilskrachtig. Hij scheidde zijn muzikale arbeid van zijn privé-leven. Hij was onvermoeibaar ("Ik werk door tot mijn laatste snik", schijnt hij eens tegen een van zijn leerlingen gezegd te hebben als reactie op haar opmerking dat hij wel heel erg hard werkte.).
Zijn maaltijden moesten op tijd klaar staan, want hij gunde zich slechts een korte pauze. Na het eten wachtten de werkzaamheden weer. Tot aan zijn dood heeft hij een volle agenda gehad. Nooit is het ervan gekomen dat de fel begeerde reis naar Israël kon plaatsvinden.
Altijd was het motto: druk, druk, druk..... Als het publiek vol lof was over de door hem geleide uitvoeringen, liet hij zijn voldoening met een bescheiden glimlach merken. In zijn voorkomen een echte dirigent; hij kon streng zijn. maar als je hem kende, dan wist je dat hij het goed met je meende. De kwaliteit van de muziek, daar ging het hem om. Niet om de noten alleen, "maar om datgene wat achter die noten staat.", zo heeft hij eens gezegd en als een leerling daarvan getuigde, stemde hem dit tot grote tevredenheid.
Als organist van de Gereformeerde Kerk te Steenwijk was hij een goed begeleider van de gemeentezang, zijn spel was niet te dominant en je vond de betekenis van de gezongen tekst terug in zijn spel. Volgens zijn vrouw was die gelegenheid voor hem het meest aangename moment van zijn muzikale arbeid.
Een noeste werker, een perfectionist, iemand die altijd met muziek bezig was. Door dat streven naar volmaaktheid kwam hij bij sommigen wat "hard" over. Maar hij had een doel voor ogen. En dat was muziek op niveau! Paul Ruiter was een individualist die moeilijk iets uit handen kon geven. Een man die recht op liet doel afging en nooit de weg van de minste weerstand zocht. En dat heeft dikwijls tot goede resultaten geleid.
Werkterrein
Paul Ruiter was op vele muzikale terreinen zeer actief. Een oude advertentie uit het "Hervormd Zondagsblad" van vrijdag 25 december 1936 kondigt een van de vroege optreden" van de musicus aan:
"De Chr. Gem. Zangv. en het Jeugdkoor "Halleluja" te Steenwijkerwold (Direct. PAUL RUITER) hopen Zaterdag 26 Dec., 2e Kerstdag een UITVOERING te geven in het Lokaal der Ned. Herv. Kerk.
Leider Ds. M.E. v.d. VEEN. Aanvang half acht Entree 40 cent. Gehuwd paar 60 ct.
Mevrouw Ruiter kan zich die gebeurtenis nog goed herinneren. Ze was toen pas getrouwd met de jonge musicus. Daarnaast dirigeerde hij nog vele andere koren, waaronder Sursum Corda, het Chr. Mannenkoor. het Chr. Gemengd Koor en Jong Zanglust. Ook leidde hij koren buiten de regio, zoals in Oldemarkt en Steggerda.
Daarnaast dirigeerde hij een aantal muziekkorpsen, onder andere De Harmonie in Wolvega en het fanfarekorps "Advendo" in Oudeschoot. Een bekende Steenwijker, die Paul Ruiter daar heeft leren kennen, is Karel Jager, de voormalige dirigent van de Christelijke Brassband "Crescendo".
Dat was in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Karel kreeg als jongetje van een jaar of twaalf, voorafgaand aan de muziekrepetities, "privéles" van de dirigent, die in die periode op de fiets van Wolvega naar Oudeschoot reisde. Ook hij herinnert zich Paul Ruiter als een zeer actief musicus, die zich vol ijver inzette voor zijn werk. Een man met pit en met hart voor de zaak. Hij kon heftig reageren op slechte of slordige prestaties. Hij had een hekel aan laatkomers. Tegen een baritonspeler heeft hij eens gezegd: "Jij oefent te weinig." De reactie van de toegesprokene was ontkennend. Een der leden vond dat dat dan maar eens duidelijk moest worden aangetoond en stopte op een gunstig moment een doek in de beker van het instrument. Een week later kwam er een armetierig geluid uit en daarmee was het bewijs geleverd!
Sinds 1958 werd zijn werkterrein uitgebreid met een baan bij het regulier onderwijs. Aan onderwijsinstellingen, die toen nog onder de vlag van Huishoudschool en Ambachtsschool opereerden, gaf hij muziekles. Op de ambachtsschool in Heerenveen was een van zijn leerlingen opnieuw Karel Jager en hij vertelt dat Ruiter ook op dit voor hem nieuwe terrein een man vol dynamiek was. De lessen waren sterk gericht op klassieke muziek, hetgeen lang niet door iedereen werd gewaardeerd, en verder besteedde hij aandacht aan vormleer en kennis der instrumenten. Er werd weinig gezongen. Jongens met de baard in de keel en volop in de puberteit vormden hiertoe ook geen ideaal materiaal. Ook had de heer Ruiter een schoolorkest gevormd en begeleidde hij dit zelf op de accordeon. Later hebben Jager (trompet) en Ruiter (orgel) geconcerteerd in de Gereformeerde Kerk in Wolvega.
Jong Zanglust
Dit algemene jongerenkoor heeft jarenlang grote populariteit genoten in Steenwijk en wijde omgeving. Een van de initiatiefnemers van de oprichting van "Jong Zanglust" was mevrouw Van Leeuwen-Van der Kolk. De officiële oprichtingsdatum is 9 december 1945. Hel koor begon onder leiding van Cor de Koning. De repetities, vonden in verschillende Steenwijker huiskamers plaats. Kort daarna, in 1946, nam Ruiter de directie van "Jong Zanglust" op zich.
De eerste repetities vonden plaats in het Geheelonthouderskoffiehuis. (Later in gebouw "Viva la Musica" en nog later in "De Meenthe".)
De periode rond 1947 was een tijd van schaarste. Veel artikelen waren op de bon. Zo ook de brandstoffen. Daarom werd aan de leerlingen gevraagd een turf mee te brengen, zodat men niet in de kou hoefde te zitten. Met 48 jongeren wist Paul Ruiter in theater "Lumiìre" de eerste openbare uitvoering, op 6 maart 1947 tot een succes te maken. Op het programma stonden enkele zangspelletjes. een kinderoperette (Trovo en de Indianen) en verder nog wat gezongen en gespeelde stukjes. Het koor groeide gestaag, deed mee aan vele activiteiten, gaf uitvoeringen en concerten; begin jaren '70 telde het koor ruim 270 leden.
De jaarlijkse uitvoeringen en deelname aan tal van muzikale evenementen maakten het koor tot een belangrijk onderdeel van het Steenwijker culturele leven. Met operettes en musicals ("Prinses Rozelijn", "Een dag Kalief', "Bolke de Beer", "Repelsteeltje", "De Woudkoningin", "Jantje in Modderstad", "De Toverbal", "Katinka en de Czaar", "Het Geheim van de Hofmaarschalk" enzovoort )), klassieke werken en volks- en kinderliederen wist het koor talloze hartverwarmende recensies te veroveren. Tijdens de viering van het bevrijdingsfeest in 1965 schreef de dirigent een declamatorium dat in samenwerking met enkele andere verenigingen werd opgevoerd op de Markt in Steenwijk. In 1970 werd dit declamatorium opnieuw uitgevoerd; nu in de Gereformeerde Kerk te Steenwijk.
In 1968 werd een "Schubertiade" opgevoerd naar een idee van de heer Ruiter.
Ook in Duitsland deed het koor van zich horen. Vele contacten waren er met onze oosterburen, zoals met jongerenkoren uit onder andere Spaichingen, Nordenham, Ludwigsburg en Hambergen.
In 1970 kreeg Steenwijk bezoek van het Jugendchor Spaichingen (Zuid-Duitsland). Onder het motto: muziek is een middel bij uitstek om mensen bij elkaar te brengen. Een goede Europese gedachte, die velen heeft aangesproken en het is ook niet alleen bij dat motto gebleven, maar het werd ook in daden omgezet.
Er werd niet alleen gezongen; er was ruimschoots tijd voor verschillende uitstapjes. Een bezoek aan Amsterdam, een tocht door het Noordwestoverijsselse merengebied en ook Urk werd aangedaan. De kranten hebben er uitvoerig over geschreven onder koppen als:
"Uitwisseling Steenwijk-Spaichingen, Plezierig muzikaal jeugdconcert", "Duits koor zingt in Steenwijk met Jong Zanglust" en "Jugendchor Spaichingen hat Goodwil-Tour hinter sich."
Ook het driedaagse tegenbezoek van Jong Zanglust aan Spaichingen stond breeduit vermeld in de Spaichinger Zeitung van 24 mei 1971. Dat was het jaar waarin het Steenwijker koor het 25-jarig jubileum vierde. Het optreden in de Zuidduitse stad droeg zeker bij tot hartelijke betrekkingen tussen Nederland en Duitsland. Samen met het Jugendchor trad Jong Zanglust op in de Kreuz-Saal. Beide koren werden door de Duitse pers uitbundig geprezen met de woorden: "Hollaendische und deutsche jugendsaenger begeisterten..." Het was de afsluiting van een uitermate druk jubileumjaar, want niet alleen Duitsland stond op het programma, ook vele andere optredens werden verzorgd.
Woensdag 25 augustus 1971 werkbezoek van prinses Beatrix en prins Claus. De gloednieuwe "Meenthe" werd door het prinselijk paar bezichtigd. Het gebouw was volop in bedrijf. "Jong Zanglust" onder leiding van Paul Ruiter was hierbij aanwezig. Ruiter kreeg hij die gelegenheid een groot compliment voor de prestaties van zijn koor.
Na een ziekte die Ruiter in 1971 had getroffen, werden zijn werkzaamheden voor een korte tijd waargenomen door de toenmalige muziekdocent Frans Leloux. Gelukkig echter kon Ruiter op 4 maart 1972 de leiding van het koor weer op zich nemen. Hij was toen namelijk 25 jaar als muzikaal leider verbonden aan Jong Zanglust. Het jubileum werd gevierd met een uitgebreid programma, dat uitgevoerd werd in de theaterzaal van "De Meenthe" in Steenwijk. Het ruim 200 leden tellend koor, bestaande uit vijf zangklassen. waaronder een jongensklas, bracht een breed repertoire bestaande uit klassieke werken, speelliederen, kinderliederen en volksliederen, ten gehore. Daarnaast gaf de instrumentale klas onder andere een vertolking van de Wiener Sonate 1 van W.A.Mozart.
Bij deze gelegenheid werd Ruiter een geschilderd portret aangeboden door Jong Zanglust. Dit schilderij werd vervaardigd door de Steenwijker kunstschilder Bert Brante, die zijn taak serieus opvatte door enkele repetities van zijn model bij te wonen. De heer Brante schilderde Paul Ruiter als dirigent in een diagonale houding, hetgeen zijn portret uitermate dynamisch maakt. De gestrekte hals versterkt dit beeld om zo te laten zien dat hij zijn inspiratie wil overbrengen op zijn koor. Kroniekschrijver Pieter de Koning (Cees Ket) liet zich lovend uit over dit kunstwerk: "Een waardige hulde aan een bescheiden man die zich een kwart eeuw heeft ingezet voor een belangrijk stuk cultuurvorming, namelijk honderden kinderen de vreugde van het zingen te leren. Het is dit soort mensen waarvan we in Steenwijk bepaald niet te veel hebben." Het portret hangt nu nog aan de muur in de woning van zijn echtgenote.
Paul Ruiter dirigeert "Jong Zanglust" tijdens opnamen in de NCRV studio
Het koor beleefde vele grootse momenten. Zo mocht het deelnemen aan een NCRV-programma en bij het dertigjarig bestaan - in 1975 - bracht het een plaat uit waaraan ook Marie-Cécile Moerdijk haar medewerking verleende.
In 1978 is na de plotselinge dood van de dirigent de naam van het koor gewijzigd, als blijk van hommage, in Jeugdkoor "Paul Ruiter". Ruim 31 jaar had hij zijn beste krachten aan "Jong Zanglust" gegeven. De man voor wie "niks plezieriger was dan kinderen lesgeven". Hij liet vier zangklassen en een instrumentale groep na. Dat dit koor zo vele jaren op een goed niveau heeft kunnen opereren was de grote verdienste van een zeer actieve dirigent en daarnaast ook van de inzet van een krachtig bestuur, waaraan met name de heren Scherpenzeel (secretaris) en de heer Van der Meulen (voorzitter) markante bijdragen hebben geleverd. Twee nieuwe dirigenten, Harry Abbenhuis en Jan Vegterloo, hebben daarna het koor onder de nieuwe naam verder begeleid.
Vooral met dit koor heeft Ruiter naam gemaakt. Maar nog zijn zijn werkzaamheden niet uitputtend beschreven. Zo vond hij naast zijn "normale" taken ook nog tijd om inleidingen te houden over zijn geliefde Mattheus Passion en had hij op 26 september 1964 zitting in de jury ter gelegenheid van een door Drumband en Trompetterkorps "Actief" georganiseerd muziekfestival. Ook heeft hij een aantal jaren orgellessen verzorgd voor de firma De Graaf in Zwolle.
Toen hij daar op woensdagavond 6 september 1978 zijn lessen had gegeven, voelde hij zich bij zijn thuiskomst onwel. Diezelfde avond overleed hij op 70-jarige leeftijd in zijn woning aan de Goeman Borgesiusstraat. Zijn jubelend orgelspel in de laatste zondagmorgendienst was: "O, daar te zijn waar nimmer tranen vloeien." Op maandag 11 september werd hij begraven. De gedreven musicus liet een overvolle agenda achter en het was op dat moment niet te bevatten dat die nu voor altijd ongebruikt zou blijven. Paul Ruiter was in het harnas gestorven....................
Gereformeerde Kerk, Steenwijk.
Bronnen:
A. Informanten:
Mevrouw W.M.Ruiter-Kat, echtgenote van Paul Ruiter.
Mevrouw J.Ruiter-de Boer
De heer P. Scherpenzeel
De heer K. Jager
De heer L.de Jonge
B. Kranten:
OSC
Steenwijker Expres
Hervormd Zondagsblad
C. Boek: Stad en Wold.
Foutje gevonden? Opmerkingen? Meld het via het reactieformulier! |