Zutphen in een roerige tijd (1572 - 1591)
De 80-jarige oorlog barstte in volle hevigheid los in het jaar 1572, toen het leger van Alva in de Nederlanden optrok en opstandige steden stuk voor stuk met (veel) geweld innam. Ook Zutphen werd in dat jaar belegerd en ingenomen. Het was het begin van een 20-jarige periode waarin de stad afwisselend door Spaanse legers, dan wel Staatse legers werd ingenomen. Kennis van deze periode is van belang bij de studie van de Zutphense Ruyterfamilie.
Op 10 juni 1572 werd Zutphen door een huurleger van Willem van den Bergh - een zwager van Willem van Oranje - zonder slag of stoot ingenomen. De stad had zich niet bij de opstand aangesloten, maar de poorten waren door sympathisanten simpelweg geopend. Eenmaal in de stad sloegen de manschappen aan het plunderen en moorden. Vooral de katholieke eigendommen moesten het ontgelden. Maar ook de katholieke (stads)bestuurders liepen groot gevaar. Velen ontvluchtten de stad.
Vanuit Zutphen werden tot in de wijde omgeving (tot onder de stadspoorten van Utrecht) strooptochten ondernomen omdat de soldaten geen soldij hadden gekregen. Zij moesten door afpersing en roof hun kostje bij elkaar scharrelen en terroriseerden de bevolking.
In de zomer van datzelfde jaar was het leger van Alva naar het noorden opgerukt om de opstandige steden weer onder Spaans gezag te plaatsen. In november veroverden de Spanjaarden de stad, en opnieuw ondergingen de bewoners een geweldadige plundering, waarbij velen het leven lieten.
Dezelfde troepen vertrokken weer in 1577 als gevolg van het ‘Eeuwig Edit’; een overeenkomst afgesloten door de Spaanse landvoogd van de Nederlanden Don Juan van Oostenrijk en de Staten-Generaal op 12 februari 1577 in Marche-en-Famenne.
De opstandige provincies beloofden daarin om Filips II te erkennen als koning en Juan van Oostenrijk als landvoogd. Ze verbonden zich er ook toe om het katholicisme te respecteren en te handhaven. Van Spaanse kant werd een algemene amnestie toegestaan en de verbintenis om alle troepen uit de Nederlanden terug te trekken (met uitzondering van Luxemburg). Het was dus een tijdelijke wapenstilstand in de Tachtigjarige Oorlog.
Als gevolg van het Eeuwig Edict verlieten de Spanjaarden de stad, maar het katholieke stadsbestuur bleef aan. De hervormden smokkelden een prediker binnen en stookten de anti-Spaanse gevoelens bij de bevolking op. In de zomer van 1579 grepen de protestanten de macht met behulp van een Staats legertje, en zetten de roomse bestuurders af, die nog wel de stad mochten verlaten. Door verraad kwam Zutphen op 21 september 1583 echter opnieuw in handen van de Spanjaarden.
Meteen belegerde een Staats leger de stad, en legde een schans aan aan de andere oever van de IJssel, maar nadat diezelfde schans in de winter was ondergelopen werd hij verlaten en door de Spanjaarden in bezit genomen en versterkt als verdediging.
Onderstaande kaart laat zien dat de schans omringt wordt door ringen van Staatse schansen. De Spanjaarden konden geen kant op.
In 1586 wist Robert Dudley, in dienst van de Staatsen, de schans terug te veroveren. Dudley liet de schans flink versterken en verbeteren. Hij plaatste het bevel over het fort onder commando van Rowland York. York liet de schans echter door verraad opnieuw in Spaanse handen vallen op 17 januari 1587. Dezelfde York wist door verraad ook de stad Deventer in Spaanse handen vallen. Het liep niet goed af met deze verrader: York werd in 1588 als verrader vergiftigd door de Spanjaarden.
Tijdens het Beleg van Zutphen (1591) wist Maurits van Oranje door een list de schans weer in Staatse handen te krijgen. Hij gaf ridder François van Veere opdracht om met enkele soldaten (vermomd als hooiende boerinnen) boter, kaas en eieren te verkopen aan de poortwachters. Eenmaal binnen haalden ze hun roer tevoorschijn en gingen de poorten open voor het Staatse leger.
Maurits liet het lichaam van Rowland York opgraven, om hem alsnog als verrader aan de galg op te hangen.
In 1591 was Zutphen geen schim meer van de welvarende handelsstad van weleer. Het merendeel van de bevolking was gevlucht en in de stad was enorme schade aangericht. De stad ging over tot het protestantisme, en sinds dat jaar is de Sint Walburgiskerk een protestantse kerk. Na de overname verwijderde men alle ruim 40 altaren en sloopte men in 1595 het gewelf van de crypte, waarna de vloer werd geëgaliseerd.
In het kort:
juni 1572 | ingenomen door Staatse troepen |
november 1572 | ingenomen door Spaanse troepen |
1576 | Spaanse troepen vertrokken |
1579 | ingenomen door Staatse troepen |
1583 | ingenomen door Spaanse troepen |
1591 | ingenomen door Staatse troepen |
![]() |
Foutje gevonden? Opmerkingen? Meld het via het reactieformulier! |