Voogdijregeling Wijcher Jans Ruijter



datum28 december 1681
betreftWijcher Jans Ruijter
bronRechterlijk archief
afbeeldingakte
lees ookVoogdijregeling 1671 en Schuldverklaring 1681 en Huiskoop, 1681
In de tekst :
   ??  = onleesbaar
   (...) = passage overgeslagen
   [xx] = aanvulling van ligaturen
              en afkortingen
   car. gl. = caroli gulden
   [mijn opmerking, JR]

Transcriptie: Jaap Ruiter



Transcriptie


Den 28 december 1681

Richter H. Otterbeeck
Coorn.  Barthold ten Broecke
        Cleijs Beenen

Jan Wijchers Backer en Jan Luijties als momberen over het nagelaten wesekint van zal[iger] Jan Jansen Ruijter bij Geesjen Wijchers in echte getogen hebben rekeninge en religua? van de opcomsten en profijten van 't gen[oemde] wesekints goederen getoont in substantie als volgt,
En is in genere bevonden ontfangen te sijn, als blijckt bij de specifice rekeninge bestaende in boedelpenningen, verdient loon bij t gen[oemde] wesekint, huijs huijre en geltpachten en bedragende te samen ter somma van vierhondert seven en negentigh car. gl. sijnde in de capitale somma van 200 car. gl. ten laste van de medemomber Jan Wijchers, gereduceert tot 50 gl. capitaal, waer van 150 gl. affgetrocken en opgeset ten laste van Evert Intjes, en daer bij gedaen de voorige 100 car. gl. capitael en dan noch 50 gl. maeckende te samen drie hondert car. gl. capitaal wear van gen[oemde] Evert Inties ten profijte van 't voorn. wesekint een gerichtsacte op heden gepasseert heeft. [Deze akte vind je hier. JR]
Daer en tegens weder uijtgekeert, te samen bedragende de somma van vierhondert een en dartigh car. gl., negentig st[uiver] en 10 penn[ingen].
Tegens malcanderen vergeleecken, bevint sich datter mede ontfangen is ter somma van vijff en sestich car. gl. en ses penn[ingen] die bij de volgende rekeningen sal moeten verantwoort worden, voor so veel t wesekint aangaet, als volgt.
Also dese voors[egde] rekeninge, so van ontfangst als uijtgave bij de voors[egde] momberen gedaen, het voorn[oemde] wesekint en de erftgen[amen] van zal[iger] Hille Martens te samen aangaet, so heeft t Ed[edele] Gerichte, na propositie door de voorn[oemde] Momberen dat eenige posten van ontvanghst en uijtgave t wesekint alleen sijn raeckende en revisie van dien geexamineert en bevonden, dat, voor so ? t wesekint ontvanghst is importerende, is comen te monteren de somma van driehondert, twintigh car. gl. 10 penn[ingen].
En daer en tegens bij de Momberen ten laste van 't wesekint aleen toucherende en alles de posten te samen bereckent sijnde, geexpendeert en uijtgegeven ter somma van driehondert en seven car. gl. 18 st[uiver] 10 p[enningen].
So dat na defalcatie [=aftrek, JR] van den ontvanghst tegen d'uijtgave, bevonden is, dat gen[oemde] Jan Wijchers ?? noch schuldigh blijft ten profijte van t wesekint ter somma van 12-11-6 Voorts bekennen de Momberen voors[egd] de specifice reckeninge met de quitantien en annotatien dus toe execterende? wederom na sich gem?? te hebben om selffs ten dienste van g'jn..?? voors[egd] in bewaringe tot narichtinge te houden, waer mede dese is gesloten en bij t Gerichte is geapprobeert actum ut supra [=akte als boven, JR].

Betekenis

In 1681 is ook Jan Jans Ruijter overleden, en in zijn plaats een nieuwe momber aangesteld: Jan Luijties. Deze Jan Luijties kennen we als echtgenoot van Sybrigh Sijmons; zij is volle nicht van Wijcher, waarmee deze akte meteen dit stukje stamboom bevestigt! De in de akte van 1671 genoemde momber Wijcher Jans blijkt dus Wijcher Jans Backer te zijn.
In deze akte worden - net als in de akte van 7 februari 1676 - de erfgenamen van Hille Martens genoemd. In beide aktes is dus sprake van dezelfde Jan Jans Ruijter!

Bijgewerkt: 23 maart 2021