Jochem (Jo) de Ruiter
betreft: Jochem (Jo) de Ruiter
De heer Vogelzang heeft in 2006 voor een programma van de lokale Omroep van Radio Gasterlân onderstaande bijdrage samengesteld. Met zijn toestemming heb ik het vrijwel ongewijzigd overgenomen. Hartelijk dank!
Er zijn veel gegevens uit het gemeentearchief en van internet verkregen. Tenslotte heeft de oudste dochter, Adriana Vermet - de Ruiter, in 2006 nog de nodige persoonlijke informaties aangeleverd.
Er zijn veel gegevens uit het gemeentearchief en van internet verkregen. Tenslotte heeft de oudste dochter, Adriana Vermet - de Ruiter, in 2006 nog de nodige persoonlijke informaties aangeleverd.
Jochem (Jo) de Ruiter werd op 22 maart 1893 in Schoonhoven geboren als zoon van Albertus de Ruiter, van beroep (hoef-)smid en geboren op 23 april 1854 te Oldelamer en van Adriana Wassenaar, geboren op 1 januari 1859 in Katwijk. Jochem sluit zijn onderwijzersopleiding af in 1913 op 20-jarige leeftijd aan de Rijksnormaalschool. Zijn levensbeschouwing is Nederlands Hervormd. Hij gaat direct als onderwijzer aan de slag in Ameide en blijf daar twee jaar tot 1915. Daarna wordt hij zes jaar onderwijzer aan de Martha Stichting in het Zuid Hollandse Alphen aan den Rijn. Op 28 april 1921 trouwt hij daar met Kunera Gerwig, geboren op 28 augustus 1896 in Monnickendam, van beroep lerares handwerken. Zij is een dochter van banketbakker Jacob Gerwig en van Neeltje Cornelia Tolk. Het echtpaar vertrekt in 1921 naar Hoorn op Terschelling waar Jochem vier jaar lang de functie vervult van Hoofd van de Christelijke Lagere School. Op het eiland Terschelling worden 2 kinderen geboren: Adrina de Ruiter, geboren op 25 februari 1922 en Jacob de Ruiter, geboren 2 februari 1924.
In 1925 wordt Jochem de Ruiter hoofd van de Christelijke basisschool in Oudemirdum en laat hij zich – komende van Terschelling C 100 – met vrouw en 2 kinderen op 20 juli 1925 bij de gemeente Gaasterland als inwoner inschrijven. In datzelfde jaar begint hij in Leeuwarden een studie van 5 jaar tot landbouwonderwijzer. Hij behaalt de akten land- en tuinbouw en het diploma pluimveeteelt. Het volgen van deze 5 jarige cursus zal dus de reden zijn geweest dat het gezin van het eiland Terschelling is vertrokken. In deze periode worden in Oudemirdum nog twee kinderen geboren, te weten: Nellie Corlina de Ruiter, geboren 29 juli 1926 en Albertus de Ruiter, geboren op 16 april 1928.
Met de behaalde akten wordt hij benoemd tot de eerste directeur van de op woensdag 7 mei 1930 officieel geopende Christelijke Lagere Landbouwschool in Balk. Hij zal daar tot 1946 directeur blijven.
Het gezin gaat op 24 februari 1930 tijdelijk wonen op het adres Balk B 73 en op 2 april 1930 wordt er definitief verhuisd naar het adres Harich H 108. In het gemeentelijke woningregister van Gaasterland 1930 – 1940 staat aangegeven dat Jochem de Ruiter in het bezit was van een vuurwapen.
In de Tweede Wereldoorlog werd hij een illegaal werker met als motief de liefde voor land en volk en afbreuk doen aan de vijand. Vanaf 1943 was hij behulpzaam bij het onderbrengen en verzorgen van verschillende personen. Het gezin nam ook een Joodse onderduikster in huis. Zij kwam van Zwolle. Jochem de Ruiter droeg een vals persoonsbewijs met de schuilnaam Harmen Jongsma. Ook andere mensen heeft hij aangezet tot illegaal werken. Dit had resultaat en hierdoor gingen meer mensen Joden en onderduikers verbergen. Hij werkte in organisatorisch verband bij de illegaliteit Gaasterland en Sloten.
Door zijn bemiddeling kwam de gevormde verzetsgroep regelmatig bijeen in een lokaal van de Christelijke Lagere Landbouwschool in Balk. Hij was van deze illegale groep de voorzitter. Hij deed dat met de penningmeester Benjamin H. Steegenga, Ties van Hout, Cornelis de Vries, B. van der Wal en Jan de Vries.
In de periode van de V-2 raketafschietingen in het Rijsterbos te Rijs gedurende de periode van 25 september – 20 oktober 1944 heeft het gezin de Ruiter onderdak verleend aan belangrijke onderduikers die in Rijs spionagewerk verrichtten. Als belangrijke activiteit heeft hij ook regelmatig gelden ingezameld voor de illegaliteit en afgedragen aan B.H.Steegenga te Balk.
In 1946 stopt Jochem de Ruiter met het directeurschap van de Landbouwschool in Balk omdat hij op 20 november 1945 deel is gaan uitmaken van de Tweede Kamer der Staten Generaal. Hij doet dat voor de Christelijk Historische Unie (CHU). Tot 5 juni 1963 blijft hij deze functie uitoefenen. Op 28 november 1946 verhuist het gezin De Ruiter naar het adres Balk B 142, later gewijzigd in Wilhelminastraat 58 te Balk.
Jochem de Ruiter heeft al eerder blijk gegeven van zijn politieke aspiraties vanwege zijn lidmaatschap in de Provinciale Staten van Friesland gedurende de periode van 4 juli 1939 tot en met 1 september 1941. Op last van de Duitse bezetter werd het lidmaatschap daarna verboden maar na de oorlog werd Jochem de Ruiter weer gekozen als lid van deze Provinciale Staten van Friesland. Hij werd Statenlid van 1 juli 1947 tot 6 juli 1954. In deze periode vervulde hij dus een dubbelfunctie als Statenlid en als 2e Kamerlid.
Op 28 september 1953 worden de heer en mevrouw De Ruiter door het bevolkingsregister van Gaasterland uitgeschreven naar de gemeente Heerenveen aan het adres Burgemeester Kuperusplein 19. Van hieruit is het gemakkelijk treinreizen naar de 2e Kamer in Den Haag en naar overige bijeenkomsten in geheel Nederland.
Het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd om Jochem de Ruiter op 29 april 1954 een Koninklijke Onderscheiding te verlenen en hem te benoemen tot Ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw. Op 27 maart 1957 gaat het echtpaar De Ruiter terug naar Alphen aan den Rijn. Ook hier komt Jochem de Ruiter nog niet tot rust en daar wordt hij van 1959 tot september 1962 lid van de gemeenteraad naast het Tweede Kamerlidmaatschap.
Zijn karakterbeschrijving als Tweede Kamerlid staat beschreven als:
,,Goedmoedige Friese landbouwonderwijzer die achttien jaar landbouw en visserij woordvoerder van de CHU Tweede Kamer was. Hij sprak vaak over de waterstaatsaangelegenheden en was lid van der Zuiderzeeraad”.
Jochem de Ruiter overlijdt op 25 juli 1969 in Alphen aan den Rijn in de leeftijd van 76 jaar. Zijn echtgenote overlijdt in 1981 in Alphen aan den Rijn.
Partijpolitieke functies:
- Voorzitter CHU Kiesvereniging
- Secretaris CHU Kamerkring Friesland
- Lid Hoofdbestuur CHU vanaf 1946
Nevenfuncties:
- Lid Zuiderzeeraad
- Lid College voor de Visserijen
- Voorzitter ,, Vereniging Friesland 1940 – 1946” (voor Gaasterland en Sloten)
- Beheerder Coöperatief Dorsbedrijf voor Gaasterland
- Adviserend lid bestuur diverse land- en tuinbouwverenigingen
- Lid raadgevende Interparlementaire Beneluxraad
Gedelegeerde Commissies:
- Voorzitter bijzondere commissie voor het Wetsontwerp Onteigening in het belang der Natuurbescherming (Tweede Kamer der Staten-Generaal) vanaf 1956.
- Voorzitter bijzondere commissie voor de ontwerp-Wet erkenningen tuinbouw (Tweede Kamer der Staten-Generaal) van maart 1961 tot juli 1961.
Activiteiten als parlementariër:
- Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met landbouw, verkeer, waterstaat en onderwijs.
- Behoorde in juli 1949 tot de meerderheid van de CHU fractie die vóór een (verworpen) motie Schouten stemde waarin het Indonesië beleid werd afgekeurd.
- Stemde in 1949 tegen de Soevereiniteitsoverdracht over Indonesië.
- Was in 1957 één van de woordvoerders van zijn fractie bij de behandeling van de ontwerp-Deltawet.
- Stemde in oktober 1958 als enige van zijn CHU fractie vóór een amendement-Bieuwenga over het opnemen van een einddatum in de Wet vervreemding landbouwgronden. Het amendement werd daardoor ( met 69 tegen 67 stemmen) tegen de zin van het kabinet aangenomen.
- Jochem de Ruiter behoorde in 1962 met Diepenhorst, Van Gelder en Wittewaal van Stoetwegen tot de minderheid van zijn fractie die voor de ontwerp-Wet premie Kerkenbouw stemde.
Wetenswaardigheden uit zijn privé sfeer
Hij was actief betrokken bij het verzet in Gaasterland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zo heeft hij met medeweten van het Landbouwschoolbestuur de verplichting van tafel gekregen dat er Duitse les aan de leerlingen gegeven moest worden. Er werden twee argumenten daarvoor aangehaald. Ten eerste dat de heer De Ruiter niet in staat was deze lessen te geven en dat er verder niemand was om daar les in te kunnen geven. Het tweede argument was dat de leerlingen te laat thuis zouden zijn voor het melken omdat de Duitse lessen na afloop van de schooltijd gegeven moesten worden.Het Gaasterlandse verzet vergaderde vanaf 1943 eenmaal per maand in een door Jochem de Ruiter beschikbaar gestelde ruimte van de Landbouwschool. Het gezin De Ruiter had in de oorlog Joodse onderduikers in huis. In oktober 1944 staat Rebecka Rijnsdorp als Joodse onderduiker op de lijst verzetsleider B.H.Steegenga uit Balk. De Ruiter en zijn echtgenote krijgen op 28 mei 1981 de Yad-Vashem onderscheiding uitgereikt.
Kinderen
- De oudste dochter Adrina trouwde met Jan Vermet, geboren op 7 juli 1925 in Balk en overleden in 1989. Zijn beroep was drogist. Hij is begraven op de kerkelijke begraafplaats te Harich. In 2006 woont Adrina in Aerdenhout.
- Het tweede kind, Jacob de Ruiter, verdrinkt op 22 augustus 1932 als 8-jarig jongetje in het Slotermeer. Hij ligt begraven op het kerkelijk kerkhof in Harich.
- Het derde kind, Nellie Corlina de Ruiter, overlijdt op 21 augustus 2000 in Hoornsterzwaag. Zij is gehuwd geweest met Axel Laurens Bakker, geboren op 3 januari 1923. Hij overleed in 1981 in Donkerbroek. Zij werkte in de voetsporen van haar vader en maakte deel uit van de CHU fractie in de Tweede Kamer gedurende de periode 11 april 1971 – 7 december 1972. Ook zij was lid van Provinciale Staten en de gemeenteraad. In tegenstelling tot haar vader is zij nog wethouder geweest. Zij hield zich bezig met Milieu en Volkshuisvesting maar voerde nimmer het woord in een debat. Zij wordt in de Tweede Kamer omschreven als: ,,Een energieke en intelligente vrouw, die als stedenbouwkundige in de CHU fractie niet tot haar recht kwam. Zij kon door haar rusteloze aard moeilijk met anderen samenwerken. Zij was een strijdbaar feministe. In 1972 wordt zij – als elfde op de CH lijst - niet herkozen als Tweede Kamerlid en zij bedankt op 1 januari 1978 voor de partij. Later werd zij voorzitster van het Comité voor de viering van het jaar van de vrouw”.
- Het vierde kind is Albertus de Ruiter. Hij vertrekt 25 juni 1951 naar Wijnjeterp. Hij trouwt met Dirkje Jeltina (Dee) Alkema, geboren 4 mei 1922 te Alpen aan den Rijn. Zij overlijdt in 2005. Albertus overlijdt in 2004.
2006
J.G.Vogelzang
Foutje gevonden? Opmerkingen? Meld het via het reactieformulier! |