Wieger Ruiter - dwangarbeider voor de Duitsers
betreft: Wieger Ruiter
In het artikel "Ruiters in de oorlog" wordt ook Wieger Ruiter genoemd. Het was lang onduidelijk wat er met hem gebeurd is, maar onlangs is veel informatie boven water gekomen. Veel dank is daarbij verschuldigd aan de heer Vogelzang uit Balk, die zo vriendelijk was om mij zijn gegevens te sturen.
Op 6 april 1944 overlijdt de 25-jarige ongehuwde Wieger Ruiter - geboren in Echten op 23 februari 1919 - in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Zijn beroepen staan geregistreerd als landbouwer en kok. Hij woonde in Bakhuizen op het adres MB 157 dat later gewijzigd is De Burde 4, Bakhuizen. Als doodsoorzaak werd ‘ziekte en ontberingen’ aangegeven. Hij werd op het terrein van het concentratiekamp Bergen-Belsen begraven maar zijn graf is nooit gevonden.
Wieger Ruiter kwam uit een groot en arm gezin met maar liefst 10 broers en 2 zussen. Zijn moeder - Trijntje Strampel - was in 1937 in het kraambed gestorven, na de geboorte van een tweeling. Zijn vader Jan Cornelis Ruiter werd in Bantega, waar het gezin lange tijd gewoond heeft, Jan Wiegertjes genoemd.
Toen de oproep kwam om in Duitsland te gaan werken, is hij met zijn broer Hendrikus en een vriend, ene 'Stegenga uit Workum' naar Duitsland vertrokken. Aanleiding om te gaan was het feit dat de financiële vooruitzichten daar erg gunstig leken. Zij zijn eerst drie maanden aan het werk gezet in Wilhelmshaven. Na het eerste verlof in Nederland besluiten zij om niet terug te gaan naar Duitsland. Maar Wieger gaat dan toch weer terug, alweer om financiële redenen. Hij wordt aan het werk gezet in de vliegtuigmotorenfabriek in Dessau. Dit is zonder twijfel de Junkers vliegtuig- en motorenfabriek geweest waar zo’n 40.000 mensen aan het werk gesteld waren. Na korte tijd wordt hij opgepakt omdat hij van sabotage wordt beschuldigd. Na twee dagen wordt hij weer vrijgelaten en mag hij verder gaan met zijn werk. Later wordt hij toch weer opgepakt voor sabotage. Hij wordt schuldig bevonden en veroordeeld.
Kennelijk heeft de familie van Wieger Ruiter de burgemeester van Gaasterland, GWCD Baron Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, ingeschakeld. Op 5 november 1943 namelijk dient de burgemeester een gratieverzoek in voor Wieger Ruiter bij de Officier van Justitie in Leeuwarden. Op 25 januari 1944 moet Wieger op transport van het concentratiekamp Oraniënburg naar het kamp Sachsenhausen in Buchenwald. Hier heeft Wieger het politieke gevangenisnummer 27847. Van hieruit wordt Wieger overgebracht naar het concentratiekamp Bergen-Belsen.
Op 10 mei 1944 krijgt burgemeester Schwartzenberg van Gaasterland telefonisch van de S.S. bericht dat Wieger Ruiter op 6 april 1944 in het kamp Bergen (Maagdenburg) is overleden. De telefonische opdracht is dat de burgemeester het overlijden aan de familie moet meedelen. Burgemeester Schwartzenberg laat deze mededeling gewoongetrouw over aan anderen en in dit geval aan Ds. Bruins uit Hemelum. Burgemeester Schwartzenberg neemt aan dat Wieger Ruiter dooplid is van de kerk in Hemelum. Op 22 juli 1947 krijgt de gemeente Gaasterland bericht van het Rode Kruis. Hierin staat dat voor het kamp Bergen (Maagdenburg) het kamp Bergen-Belsen gelezen moet worden.
OPMERKING. Jack Kooistra schrijft in zijn boek: ‘ Een laatste saluut’ dat Wieger Ruiter door een arrestatie in Duitsland is terechtgekomen.
Tot zover het (door mij aangevulde en enigszins bewerkte) relaas van de heer Vogelzang uit Balk.
Op de website van de Oorlogsgravenstichting staat Wieger Ruiter ook genoemd; echter met de voornaam Wiegen in plaats van Wieger.
Intussen heb ik er voor gezorgd dat deze storende fout hersteld is.
Foutje gevonden? Opmerkingen? Meld het via het reactieformulier! |
vorige | volgende |
In het artikel "Ruiters in de oorlog" wordt ook Wieger Ruiter genoemd. Het was lang onduidelijk wat er met hem gebeurd is, maar onlangs is veel informatie boven water gekomen. Veel dank is daarbij verschuldigd aan de heer Vogelzang uit Balk, die zo vriendelijk was om mij zijn gegevens te sturen.