Renze de Ruiter wordt nu wel herdacht


 
Onderstaand artikel heb ik met toestemming van de krant overgenomen uit de Steenwijker Courant van 16 april 2020.


Loslippige onderduiker veroorzaakt

moord op inwoner Achterbuurt


Steenwijkerwold  
Op het kerkhof naast de Hervormde Kerk ligt het oorlogsgraf van Renze de Ruiter (1908-1944). Sjef Damhuis ontdekte dat zijn naam tijdens de jaarlijkse Dodenherdenkingen op 4 mei nooit genoemd wordt. Hij ging op onderzoek uit en merkte dat de dood van Renze een merkwaardige geschiedenis kent. Twee gedeserteerde Belgen en een loslippige onderduiker speelden daarbij een bizarre rol.

Damhuis, die geschiedenisleraar aan CSG Eekeringe in Steenwijk is, kwam de naam van Renze de Ruiter tegen toen hij vorig jaar een artikel voor de dorpskrant ‘Woldkrant’ schreef over Hendrik Bos. “Renze de Ruiter ligt begraven op het kerkhof naast de Hervormde Kerk in Steenwijkerwold. Bij de ingang van het kerkhof staat een bordje met daarop de tekst: ‘Nederlands oorlogsgraf’, vertelt Damhuis. Het verbaasde de geschiedenisleraar dat De Ruiter bij geen enkele dodenherdenking is herdacht en hij is daarom op onderzoek uitgegaan. “Ik viel van de ene verbazing in de andere.”

“Na wat zoeken op internet, kwam ik een in het Engels geschreven verhaal over Renze tegen. Het bleek geschreven te zijn door zijn kleindochter Pauline Holmes uit Nieuw-Zeeland, met wie ik toen contact op heb genomen,” vertelt Damhuis. Hij putte ook uit het stuk dat historicus Henk Spreek in het verleden had geschreven. Ook bracht hij een dag door in het Nationaal archief in Den Haag om de dossiers van de moord te onderzoeken. De merkwaardige geschiedenis rond de moord op De Ruiter begint volgens Damhuis bij de Belgische, pas 16-jarige soldaten, Walther Weinsberghen en Florian Beke. Zij hadden zich aangemeld bij de Waffen-SS en waren gelegerd in de Johannes Kornputkazerne in Steenwijk.

Stripfiguren  
Op zondagavond 1 oktober 1944 besloten de Belgen zich niet te melden voor de aflossing van de wacht, maar om een fietstocht te gaan maken. Ze komen toevallig in de Achterbuurt terecht, die tegenwoordig Witte Paarden heet, om verdachte personen op te sporen. Daar kloppen ze aan bij het huis van Jan Wardenier en doen zij zich voor als Canadese parachutisten die kleren nodig hebben. De vrouw van Jan Wardenier gaat daarvoor naar buurman Renze de Ruiter. Even later gaat Renze samen met zijn vrouw Annie, hun onderduiker Appie Jorna en zijn vriendin Jenny de Jong naar het huis van Wardenier. Beke stelt zich voor als Johnny Flyther en Weinsberghen als Joe Brown. Ze doen net alsof ze alleen Engels kunnen spreken. “Renze was een eenvoudig iemand, hij sprak geen Engels en wist niet dat dit de namen van populaire stripfiguren waren,” zegt Damhuis.

De Belgen vertellen dat ze naar vliegveld Havelte moeten om voorbereidingen te treffen voor een luchtlanding van vijftig geallieerde parachutisten. Onderduiker Jorna en Jenny bieden zich aan om de twee naar Havelte te brengen. Onderweg stoppen ze nog even bij de woning van Hanne Terwischa in Steenwijkerwold. Uit gesprekken die Jorna met hem en enkele bezoekers voert, kunnen de Belgen opmaken dat zich hier onderduikers bevinden. Volgens Damhuis is hij zo loslippig omdat hij voor vertrek teveel alcohol had gedronken. Als ze op de Woldberg aankomen, verdwijnt Weinsberghen. Linea recta gaat hij terug naar de kazerne in Steenwijk en vertelt aan zijn commandant Fritz Habener over de onderduikers.

Jorna, De Jong en Beke besluiten om terug te gaan naar Steenwijkerwold omdat er richting het vliegveld teveel Duitse wachtposten staan. Ze besluiten om te overnachten bij Renze de Ruiter. Daar zijn tot hun schrik inmiddels twee Duitse officieren en Weinsberghen gearriveerd. Zij vragen aan Annie en Renze waar hun onderduikers zijn, maar beiden laten niets los. Renze wordt naar buiten gebracht en na ernstige mishandeling zonder pardon doodgeschoten. Zijn kinderen Melle en Gerda zien deze tragische gebeurtenis vanuit het slaapkamerraam. In 1946 verklaarde Habener: “De Ruiter was gefusilleerd omdat commandant Stiller de verklaring van Weinsberghen geloofde dat hij een terrorist was en zich schuldig had gemaakt aan begunstiging van de vijand door het verstrekken van kledingstukken aan Weinsberghen en Beke”.

Annie en de kinderen moeten de woning verlaten. Ze vertrekken naar de moeder van Annie en vinden later onderdak bij de zusters van ‘De Voorzienigheid’ op Gelderingen. Bij de familie van Renze kan ze niet terecht omdat enkele familieleden sympathie hebben voor de Duitse zaak.

Onderduikers  
De Duitsers brengen kort na de moord op Renze een bezoek aan Hanne Terwischa. Zij willen weten welke personen zich op de avond van 1 oktober in zijn huis bevonden. Hanne en zijn zus Femmigje noemen tijdens de verhoren alleen de namen van de vier aanwezige mannen die geen onderduikers zijn. De Duitsers verhoren drie van de aanwezige mannen. De vierde Jannes de Vries, knecht van boer Hendrik Bos op de Wolterholten was niet thuis. Wel vinden na huiszoeking bij toeval twee onderduikers: Johannes de Vries en zijn zwager Fritz ten Berge. Deze worden meegenomen naar de Van der Kornputkazerne. Hendrik Bos wordt een dag later opgepakt. Op 13 oktober 1944 worden deze mannen door de Duitsers met nog drie andere personen op de schietbaan in Kallenkote doodgeschoten.

Volgens Damhuis heeft de loslippigheid van onderduiker Appie Jorna bij het huis van Hanne Terwisscha, de dood van de vier mannen tot gevolg gehad. Na de oorlog verklaarde Terwisscha dat Jorna de indruk wekte teveel alcohol te hebben gedronken. Jorna zelf heeft dat altijd ontkend. Weinsbergen wordt later overgeplaatst naar de Waffen-SS en Beke naar de afdeling Zwolle van de SD. Op 10 april 1945 wordt Beke bij de IJsselbrug door de Duitse politie gefusilleerd omdat hij toen echt wilde deserteren.

Nieuw-Zeeland 
Na de oorlog ontvangt Annie de Ruiter een biljet van 1000 mark ter compensatie van de Duitse overheid voor het doodschieten van haar man. Dit biljet heeft zij nooit ingewisseld en is nog in het bezit bij haar kleinkinderen in Nieuw-Zeeland. Annie heeft ook jarenlang de kogel bewaard waarmee Renze is doodgeschoten. In 1973 emigreren Melle en Gerda naar Nieuw-Zeeland. Annie volgt later. De gebeurtenissen van de oorlog laten diepe sporen na bij de familie. Annie overlijdt in 1999, Gerda in 1998 en Melle in 2015.

De geschiedenis van de moord ligt nog steeds gevoelig bij de kleinkinderen van De Ruiter. Met name hoe Annie na de executie door haar omgeving is behandeld. Damhuis heeft zich er sterk voor gemaakt dat De Ruiter vanaf 4 mei 2021 voortaan jaarlijks herdacht wordt tijdens de dodenherdenking in Steenwijkerwold. “Ik vind het belangrijk dat er aandacht komt voor hem en hoe de stommiteit van een onderduiker hem en nog drie anderen fataal werd.” De Dodenherdenking gaat dit jaar helaas niet door.

Hilda Knol




Opmerkingen? Foutje gevonden?   Opmerkingen?
Meld het via het reactieformulier!