Sjoerd Ruiter, de sneuper fan ‘e Tynje
betreft: Sjoerd Ruiter
Het Friese woord "sneuper" betekent zoveel als "snuffelaar, onderzoeker uit liefhebberij". Sinds vrij kort kent ook het Nederlands dit begrip, maar dan meer in de zin van “snuffelen, bv. op een rommelmarkt”. Het woord staat overigens niet in het Nederlandse woordenboek. Sjoerd was een sneuper in Friese zin, en daarom leek het me toepasselijk om de titel van dit verhaal dan ook maar in het Fries te houden.
Sjoerd Ruiter, de oudste halfbroer van mijn pake, interesseerde zich net als mij enorm voor geschiedenis. Op het moment dat Sjoerd overleed in 1979 (zonder dat ik dat wist) begon ik juist met het uitzoeken van de stamboom. We zijn elkaar net misgelopen. Heel erg jammer, want Sjoerd had me heel veel kunnen vertellen over de familie en het turfmaken...
Met dank aan zoon Jappie (Jacob) Ruiter en kleindochter Rina Ruiter
Sjoerd Ruiter, de oudste halfbroer van mijn pake, interesseerde zich net als mij enorm voor geschiedenis. Op het moment dat Sjoerd overleed in 1979 (zonder dat ik dat wist) begon ik juist met het uitzoeken van de stamboom. We zijn elkaar net misgelopen. Heel erg jammer, want Sjoerd had me heel veel kunnen vertellen over de familie en het turfmaken...
Met dank aan zoon Jappie (Jacob) Ruiter en kleindochter Rina Ruiter
Ik kan me hem niet echt herinneren, maar op de begrafenis van mijn grootvader, Hendrik Ruiter, op 4 oktober 1973, moet ik hem ontmoet hebben. Zijn naam staat immers in het condoleantieregister:
Sjoerd is geboren in Nijbeets, in de Ripen. Na zijn trouwen met Rinkje Veenstra bleef hij in het ouderlijk huis wonen; ze kregen 4 kinderen. Hij was boer en had 8 koeien, een paard en wat kalveren. Daarnaast had hij in de Deelen een stuk grond waar hij turf stak. Hij was erg geïnteresseerd in de natuur; naast hun huis hadden ze een appelhof en hij volgde oa. een cursus over vruchtbomen. In de oorlog verbleef Sjoerd Andringa enige tijd bij hun in huis. Sjoerd was een oomzegger, nl. een zoon van zuster Margje. Deze Sjoerd Andringa zou later bekend worden als persfotograaf, maar ook als beeldend kunstenaar.
Het feit dat hij schilder was kwam goed van pas want in die periode schilderde hij het huis van Sjoerd en Rinkje. Mogelijk was hij (net als mijn vader) ondergedoken om zich te onttrekken aan de Arbeitseinsatz.
Toen Sjoerd en Rinkje op oudere leeftijd naar de Riperwei in Tijnje verhuisden nam zoon Jappie (Jacob) de koeien over. Sjoerd was altijd erg leergierig, las en schreef graag (oa. voor het kerkblad in Tijnje) en daarnaast was hij regelmatig aan het knutselen in zijn ruime werkplaats die hij aan huis had. Hij timmerde oa. vogelhuisjes en houten stoofjes die hij vervolgens beschilderde. Met de achterkant van spijkers maakte hij dan kleurige stippen. Sjoerd had geen rijbewijs maar reed veel op een Thomas brommertje. Ook ging hij graag op de fiets naar zijn kinderen.
Wat ik me meen te herinneren wordt bevestigd door zoon Jappie: Sjoerd kwam regelmatig over de vloer bij Hindrik en Tienke, zoals mijn grootouders in Tijnje genoemd werden.
Van alles wat Sjoerd schreef ken ik alleen zijn bijdragen in het kerkblad. Daarvan bezit ik een hele stapel fotokopieën.
De eerste bijdragen (uit 1969) gaan vooral over de geschiedenis van Tijnje:
Later behandelt Sjoerd vooral de geschiedenis van de Gereformeerde kerk in Tijnje (en Tjalleberd), waarin Sjoerds overgrootvader Rein Ruiter een belangrijke rol speelde.
Het navolgende artikel in het Friesch Dagblad van 18 januari 1979 vertelt Sjoerds verhaal aldus:
Inwoner Tijnje verzamelt geschiedenis
Veertig plakboeken met nieuws bij Sj. Ruiter
Het dagelijks nieuws en de historie zijn de onderwerpen, waar de 74-jarige oudveehouder en vervener Sjoerd Ruiter in Tijnje zich intensief mee bezig houdt. "Hy knipt altyd alles út. Hy hat wol mear as fjirtich plakboeken", zegt zijn vrouw. In een achterkamer staan ze op een rijtje, een schat aan wetenswaardigheden over tal van zaken, die Sjoerd Ruiter interesseren. Knipsels uit kranten en tijdschriften zijn in chronologische volgorde ingeplakt en als er wat nageslagen moet worden duurt het maar even en het gezochte is er. Ook is Ruiter al een jaar of tien bezig met het napluizen van oude notulenboeken van de plaatselijke Gereformeerde Kerk. In het kerkblad schrijft hij sedertdien stukjes "Van vroeger tijden". Binnenkort is hij aan de honderdste aflevering toe en dat is een mooie gelegenheid om er dan maar mee te stoppen. "Oars wurdt it to nei". [*]
Een tachtigtal van deze stukjes zijn intussen al gebundeld door een kennis, die er fotocopieën van heeft laten maken. Het zou zo kunnen worden uitgegeven. De stukjes gaan vooral over de geschiedenis van de kerk in dit van oudsher arme gebied van Opsterland. Ruiter vertelt dat het oudste notulenboek uit 1870 dateert. Maar hij is er al "sneupende" achter gekomen dat er in 1836, twee jaar na de Afscheiding, door de gereformeerden een eerste bijeenkomst werd gehouden ten huize van Rein Wiegers Ruiter. Dat was zijn overgrootvader, die in Tjalleberd woonde. Daar ligt ook de bakermat van de Gereformeerde Kerk van Heerenveen. "De minsken waerden der útslein troch de soldaten fan de kening" vertelt Ruiter. Er preekte toen een zekere Wind, die later dominee werd. Dat werd hij gewaar uit een krantenartikel in het Friesch Dagblad in 1951. Hij bladert even en daar is het bewuste knipsel al.
Elf jaar wonen de heer en mevrouw Ruiter nu in Tijnje. Daarvoor hadden ze een boerderijtje in de buurt van de Uilesprong.
Ze zijn Tijnsters van oorsprong, maar in de oorlog werd deze streek bij Nij Beets gevoegd. "Dat hat een hiele striid west"., weet Ruiter nog. Na de verhuizing kwam er meer tijd voor de hobby van het sneupen en verzamelen. In 1969 verscheen het eerste artikeltje in het kerkblad. De vrouw zegt: "Foar myn man is 't in moaije hobby, hwant as jo neat om hannen ha is ek net bêst."
Het blaadje wordt in het hele land gelezen door oud-inwoners van Tijne en van heinde en ver krijgt Ruiter wel reacties.
Toen er eens een poosje geen stukje van hem in stond, werd hem al gauw gevraagd: Hoe zit dat? In het begin behandelde hij de geschiedenis van de streek, de laatste tijd gaat het vooral om die van de kerk. Hij kreeg op een bepaald ogenblik de sleutel van het archief, als blijk van vertrouwen van de kerkeraad. Alle notulenboeken stonden tot zijn beschikking. "Der kamen somtiden nuvere dingen yn foar, dy kin je net yn 'e krante sette", merkte hij op.
[*] Sjoerd doelt hier waarschijnlijk op het volgende. Een belangrijke taak van de kerkeraad was om de gemeente in het goede spoor te houden. Ongewenst gedrag door gemeenteleden kwam natuurlijk in vergaderingen aan de orde, en daarvan verscheen een schriftelijke weerslag in de notulen. Naarmate Sjoerd dichterbij het heden kwam, waren de besproken personen meer en meer bekenden van hem. Hij heeft er verstandig aan gedaan om ervan af te zien hier stukjes over te gaan schrijven.
Naschrift 28/2/2023
Uit de reactie van kleinzoon Haaie Spoelstra blijkt dat hij het enige nog overgebleven plakboek van Sjoerd in zijn bezit heeft. Hij heeft mij een scan ervan opgestuurd, en er staan inderdaad allerlei krantenknipsels in; in de meeste gevallen zijn het artikelen over het verleden, en dan vooral over de turfwinning.
Het leukste vond ik het familieoverzicht dat Sjoerd gemaakt heeft, met aan het hoofd Rein Wiegers Ruiter, de overgrootvader van Sjoerd. Deze naam was dus nog wel bekend, maar de naam van zijn vrouw niet meer. En heeft Sjoerd geweten dat Rein in Wetering geboren was?
Foutje gevonden? Opmerkingen? Meld het via het reactieformulier! |