Jaap Ruiter - rietteler in de Weerribben, I
Toen ik hem vroeg of ik eens een dag kon komen kijken op zijn bedrijf stemde hij enthousiast toe en een afspraak was snel gemaakt. Op 1 oktober 2007 kon ik meerijden naar IJsselham.
Jaap zet de auto stil en ik stap uit - de
stilte spríngt op mij af. Dan hoor ik hoog in de lucht de ganzen overvliegen,
een paar mussen tsjilpen in de voortuin en voor me doen vijf schapen zich
luidruchtig te goed aan het hoge gras. Sommige kijken me al kauwend nieuwsgierig
aan.
Vanaf Oldemarkt zijn we alsmaar smaller wordende weggetjes in gereden totdat we
niet verder konden : de weg eindigde op het erf van Roelof Doeven
en zijn vrouw Hasseltjen.
Even later zit ik in de voorkamer van de boerderij achter een dampende kop
koffie met daarbij een vertrouwd plak koek.
"En dit is ... Jaap Ruiter..." Lachend hadden Roelof en Hasseltjen me
aangekeken toen ik hun handen schudde. Aan tafel zaten nu twee Jaap Ruiters,
verre verwanten van elkaar maar pas sinds een week van elkaars bestaan op de
hoogte. Ik vertelde van onze stamvader Jan Jans Ruijter die uit Muggenbeet kwam
en wiens bestaan ongetwijfeld verweven was met de turf. We spraken over de vele
Jacobs en Hendrikken in onze familie, over de turf en het alom aanwezige water.
Ik keek naar buiten en zag de mussen voortdurend in de voortuin af en aan
fladderen. Wat ze aan het doen waren, kon ik niet goed zien. Aan de overkant van
de weg graasden de koeien in de wei die zich uitstrekte tot aan de horizon. Daar
zag ik de bomen aan de Hogeweg - zo'n beetje de oostelijke begrenzing van
het gebied van de Weerribben en één van de oudere wegen in dit gebied.
De koffie smaakt uitstekend en Hassie brengt een tweede kopje. Ze heeft ook nog
een schaal aardappelen meegenomen en begint die te schillen, voor het warme eten
straks tussen de middag.
Jaap wijst op een groep bomen waartussen vaag een dak te zien is : "Dat is
mijn huis! Het ligt hier zo'n 600 meter vandaan, maar we moeten zo'n kilometer
of vier rijden om er te komen!".
Na nóg een kop lopen we naar buiten en ik verbaas me opnieuw over de rust en de
ruimte. IJsselham ligt echt op de grens van het laagveengebied : in oostelijke
richting zie je het land omhoog komen, daar is het al snel meer dan 1,5 m boven
NAP. Voor me uit daalt de grond tot onder het Amsterdamse Peil. Samen met Jaap
loop ik langs de schuur naar achteren en daar zie ik het riet.
De ruimte waar Roelof tot voor 12 jaar zijn koeien nog had staan, wordt nu
in beslag genomen door riet, heel veel riet. Het ligt er sinds begin dit jaar te
wachten op verdere verwerking. Jaap en Roelof zijn nu bezig met de laatste
bossen, en mijn bezoek is dan ook nog net op tijd. De volgende uren zijn beide
mannen druk bezig met het riet en het beantwoorden van mijn vragen, terwijl ik
foto's maak van hun werkzaamheden. (Klik hier om die foto's te bekijken.)
Tussen de middag neemt Jaap me mee naar zíjn huis. Het is inderdaad een heel
eind rijden. De weg voert lange tijd langs het kanaal Steenwijk-Ossenzijl, de
laatste kilometers niets meer dan een met puin verhard pad. Jaap's huis ligt
verscholen onder hoge bomen, en vanuit de woonkamer zie je alleen rietvelden en
weilanden. Een sterk gevoel van "alleen op de wereld" dringt zich bij mij op.
Jaap laat me zien waar Roelofs boerderij staat; het is zijn naaste buurman.
Jaap heeft zijn huis zelf gebouwd en vertelt dat hij tijdens de bouw lange tijd
in de kelderruimte heeft gewoond als een soort holbewoner. Pas sinds begin dit
jaar heeft zijn huis stromend water, al stopt de leiding bij de hoofdkraan in de
kelder en is de rest van het huis er nog niet op aangesloten... In de
keuken loeit de kachel volop en hij wijst lachend op de jerrycan met water als
ik hem vraag hoe hij aan water kwam voor de waterleiding er lag. Die
nam ik telkens mee en vulde hem bij Roelof".
Electriciteit is er ook, hier aan het eind van de wereld, door een generator
opgewekt. In de tuin ligt ook nog een soort sceptic-tank : het systeem zorgt op
natuurlijke wijze voor afbraak van alle afvalwater.
Als het theetijd is zitten we opnieuw in de voorkamer. Achter me hangt de muur vol portretten : kinderen, kleinkinderen...
's Middags moeten er nog een paar uurtjes gewerkt worden en ik verbaas me
opnieuw over het uithoudingsvermogen van Roelof - hij werkt als een jongkerel en
gaat maar door!
Als het theetijd is zitten we opnieuw in de voorkamer van de boerderij. Achter
me hangt de muur vol portretten : kinderen, kleinkinderen... Het is er opnieuw
ontzettend knus, Hasseltje heeft een kous op haar breipennen en blijkt nog volop
sokken te breien voor haar zonen, immers : "De jongens hebben het liefst
wollen sokken".
Ik herinner me hoe mijn grootmoeder kousen voor mij breide, en hoe het voelde om
een half afgebreide sok met koude breipennen er nog in te moeten passen... Het is
zó vertrouwd hier in deze voorkamer...
Later rijden Jaap en ik nog naar Kalenberg : het centrum van de riethandel hier
in de Weerribben. Jaap wijst me de stukken land aan die hij en Roelof hebben
gepacht. Het riet groeit nu niet meer, maar zit nog volop in het blad.
Hier overvalt me een vreemde gedachte : om dit natuurgebied in stand te houden,
moet de mens voortdurend ingrijpen door het riet elk jaar te maaien en het land
te ontdoen van alle andere planten. In die zin is dit natuurgebied bijna net zo
natuurlijk als een akker met mais...
Lees verder en bekijk de foto's die ik heb gemaakt.
Foutje gevonden? Opmerkingen? Meld het via het reactieformulier! |