Hein de Ruiter - een markante Krimmenaar


 
Hein de Ruiter was een markante persoonlijkheid in het dorp De Krim. Op 21 februari 1975, een jaar voor zijn dood, verscheen er een krantenartikel in het dagblad 'Het Noord-Oosten' over hem. Ik heb de tekst enigszins aangepast en ingekort.


Hein de RUITER, losarbeider, stoker en machinist Fabriek 'Onder Ons' te De Krim, machinist in het veen, aanspreker begrafenisvereniging te De Krim, geboren op 22 december 1879 om 06:00 uur te De Krim (Gramsbergen), overleden op 31 maart 1976 te De Krim (Gramsbergen) op 96-jarige leeftijd, begraven op 5 april 1976 te De Krim.
Klik op de foto voor een groter exemplaar Zoon van Tiemen RUITER, militair, turfmaker, arbeider, en Antje WIERDA, baakster, arbeidster.
Hein is nimmer gehuwd geweest, wel is hij verloofd geweest met Geesje van der Scheer (1887-1912). Hij was aangifte-getuige bij het overlijden van Abraham van der Scheer en het levenloze kind Van der Scheer (beide kinderen van Hendrik van der Scheer en Immigje de Ruiter - dit is Hein's zuster). Hein was gedurende 29 jaar aanspreker van de begrafenisvereniging te De Krim. Bij de begrafenissen had hij altijd een soort Napoleonshoed op met een grote veer.
Hein en zijn zuster Hiltje woonden gedurende lange tijd bij elkaar.


● Oudste inwoner van de gemeente Gramsbergen kan veel vertellen
Hein de Ruiter, de alleroudste inwoner van de gemeente Gramsbergen, een zeer bekende figuur in de gemeenschap van De Krim is met zijn 95 jaren nog net zo glashelder en dapper als hij altijd geweest is. Hij kan vertellen over zijn gevarieerd levenspatroon uit die oude tijden, toen alles nog zoveel beter was en de mensen zo heel tevreden hun weg gingen, dwars door alle moeilijkheden heen.

● Bij 'Onder Ons'
Als je in het verleden wat wilde, dan kwam je bij 'Onder Ons' terecht. 'De fabriek', zeiden de mensen uit de plaats, want er was in hun gedachtengang maar één fabriek, een fabriek die prestaties wist te belonen. Daar werkte je dan in de campagne in ploegendienst, maar je verdiende een aanzienlijk hoger loon dan met het andere werk, dat in die jaren misschien nog wel spaarzamer was dan in deze tijd.
Daar werd De Ruiter stoker. Het is moeilijk om je daar een voorstelling van te maken. Men stookte er turf. Goedkope lichte, groot gegraven turven. Uren ver in de omgeving zag je in de nazomer nergens zulke grote turf bulten als bij 'Onder Ons'. Ze staken als donkere pyramides boven de fabriek uit. Je zag ze al op een verre afstand. Ze waren vooral in die oorlogsjaren van '14 tot '18 de gewaardeerde energiebron voor de fabriek, die zo geleidelijk aan doorging naar hogere productiesystemen. Want die fabriek moest blijven draaien. Elk uur was kostbaar met die vele mensen, die men in de campagne nodig had.
Toen ging één van de machines kapot. Er was een lager los gelopen. Dat ding klopte, dat het niet mooi meer was en wanneer je een klein beetje verstand van machines hebt dan weet je, dat een kapotgelopen lager je hele machine in de soep kan draaien. 'Die machine is kapot, Gols.' Ja, toen ie er op geattendeerd was, hoorde opzichter Gols dat ook wel. En stilstand van de machine betekende een aanzienlijk verlies van productie. 'Hoe mouten wie dat doun?', vroeg Gols, die heel zijn leven aan de Krimse fabriek de Groninger taal trouw was gebleven, evenals al die Groninger boeren uit de plaats.
'Ik wil hem wel maken', zei De Ruiter, die we voor 't vervolg van dit verhaal maar Oom Hein zullen noemen. Hij zegt de dingen een klein beetje melodieus, rustig en vertrouwenwekkend. 'Kanst oe dat doun?' 'Jawel, als je mij er maar rustig mee laat werken. Ik wil er geen anderen bij hebben'. 'En hoe lang duurt dat dan?' 'Niet langer dan een uur, maar misschien lukt het in een half uur ook wel'. Op die voorwaarde kreeg Oom Hein de machtiging om zelf zijn machine te herstellen.
Dat was wat. Je moest die machines met hun enorme stoomketels van die tijd zien. Vuurhaarden had men daaronder, die al maar door om nieuwe brandstof bleven vragen, wilde men het water op de juiste temperatuur houden. Toen ging Oom Hein zijn machine demonteren. Er kwam een nieuwe lager in en ruim binnen een uur tijds kon de machine opnieuw onder stoom worden gebracht. Hij liep prachtig en Gols, die niet erg royaal met lofuitingen was, zei voldaan dat de machine nu nog veel harder kon draaien.


● De promotie
Oom Hein vond dat toch wel plezierig. Tenslotte probeer je er wat van te maken. Als de fabriek van De Krim goed draait, dan betekent dat voor heel veel gezinnen een goede boterham en hij slingerde de lichte turven met nieuwe energie in de grote vuren en de stoomketels deden hun werk. Het draaide allemaal magnifiek. Daar gingen een paar weken overheen en toen kwam één der mannen van de fabriek Oom Hein zeggen, dat hij op 't kantoor moest komen, bij meneer Groeneveld. 'Groeneveld? Wat zou die toch van mij willen?' 'Och, je zult wel het één of ander niet naar zijn zin hebben gedaan', plaagde die ander weerom en daar maakte Oom Hein zich niet bepaald bezorgd over.
Hij slingerde de turven weer in de grote vuren en haalde met de lange pook de as van de roosters. De hete as kruide hij weg naar die grote ruimten achter de fabriek, zodat hij daar verder geen hinder van zou ondervinden. En op het afgesproken uur stapte hij naar meneer Groeneveld, de machtige uit die jaren voor een wijde omgeving, de man, die het internationaal voor het zeggen had met die aardappelmeelafzet, de gedelegeerde voor de regering. Hij zal de pet wel van zijn weinige hoofdharen hebben genomen en beleefd zijn entree hebben gemaakt, zoals hij dat in zijn verdere levensjaren altijd heeft gedaan. Groeneveld was door Gols geïnformeerd over de prestatie van Oom Hein.
Samen hebben ze misschien wel afgesproken om even een paar dagen af te wachten of de machine het goed zou blijven doen. En toen ales zo goed ging mocht de hulde niet achterwege blijven. Die kreeg hij onomwonden, zoals Groeneveld dat met zijn duidelijke stem met de wat metalen neusklank kon zeggen. En die waardering ging vergezeld van een kapitaal van vijftig gulden. Vijftig gulden! Dat was de jaarhuur voor een normale arbeiderswoning.
Maar dat was het niet alleen. Daar kwam de vraag bij of Oom Hein voortaan ook als machinist wilde blijven werken. Ja, dat wilde hij maar wat graag. Dat was ook nog weer een paar guldentjes in de week meer, maar het was bovendien veel mooier werk. En sedertdien draaiden de machines bij 'Onder Ons', dat het een lieve lust was


● Een horloge voor zus
Oom Hein is altijd een huiselijk aangelegd man geweest, die huwelijkskansen maar aan anderen over liet. Hij is nooit getrouwd geweest. Was het dan zo'n wonder, dat hij zich aangetrokken voelde tot zijn jongere zuster Hiltje. Die is ook altijd bij hem gebleven en samen hebben ze in het centrum van de De Krim een goede oude dag.
Toen oom Hein zomaar vijftig gulden kreeg, toe was hij de koning te rijk. Hij kocht daar een fijn dameshorloge aan een kettig voor en gaf dat aan Hiltje, die nu 87 jaar is. 'Ik heb het nog wel', zegt tante Hiltje zacht en blij als voor zich heen. 'Het loopt altijd nog zo goed' en dan blikt ze zorgzaam naar haar broer, die ze nu wel heel oud weet en waar ze eigenlijk nog zo heel graag een poosje voor zal blijven zorgen.


● Naar de venen
Maar bij de aardappelmeelfabriek 'Onder Ons' was het alleen tijdens de campagne maar druk. Spiekman was toen al aan de gang met de verkoop van Cracfree, maar dat was allemaal nog maar van zo'n bescheiden omvang. Meine Kloppenburg was toen nog de boodschappenjongen van Groeneveld en wat die deed, dat was altijd goed. Op Meine kon je rekenen. Dat weet vandaag nog ieder van de werkers op de fabriek en de grappenmakers van nu denken dan meteen aan die weinige haren van Meine. In de Krimse venen had men een goede machinist nodig.
Bij Berkmeer stonden de verveners Minke en Geerders voor die grote brokken maagdelijk veen langs de Kleizerswijk. Die brokken waren vaak meer dan drie meter hoog boven de vaste bodem. Daar had men de persturfmachines voor nodig. De turfgravers werkten zo totaal anders. Die gingen eerst de ruige veen wegsteken. 'Bonken', noemde men dat. Dan werd er grauwe gegraven. Dat was meer winterwerk. Dan had men vijf à zes klem scherpe turf, die men de aanduiding 'grote' ook wel fabrieksturf werd genoemd en dan kwam men aan de beste veen, de 'darg', waarvan de kleine turfje veel langer brandden. Die gaven zware rode as. Een uitkomst voor de huismoeders, want die hoefden dan lang niet zo vaak met de aslade te lopen en bovendien stoof die rode as hoegenaamd niet door het woonvertrek.


● Persturf
De persturfmachine was de nieuwe vorm van turfproductie. Het was weer de stoommachine, die voor de energie zorgde. In het veen keek men op geen turfje, maar dat vuur onder de stoomketel van de persturfmachine moest voldoende branden om voor de nodige energie te zorgen voor een machine, die het voordeliger deed dan de turfgravers.
Machinist kon je wel wezen. Wat anders was dat werken in de ploeg. Daar werd het denkbeeldige bloed gezweet. Je moest wel een heel sterke kerel wezen om dat werk vol te kunnen houden. Dat lag niet aleen aan het werk. Het lag ook aan het systeem en de totaal andere verhoudingen. Het leven was zo verschrikkelijk hard. In de ploeg werkte je voor accoordlonen: zoveel per duizend turven werd er aan de ploeg betaald. En je had dat geld zo verschrikkelijk hard nodig. In de winter waren er zulke grote achterstanden ontstaan.
Was het een wonder, dat men elkaar tot steeds hogere prestaties opdreef, daar onder in die meters diepe veenkuil, waar men de zware brokken natte veen in die alles verslindende persturfmachine spitte. Die klauwde het veen fijn en perste het dan in gelijke moten, die met een jakobsladder en transportband de turven op het 'hoge' bracht, waar rappe handen voor de vermoeiende uitleg zorgden. Het ellendige in dat ploegenverband was, dat een wat 'zwakke broeder' niet die productie kon maken als zijn sterkere collega. Hij werd daarbij moreel onder de voet gelopen.
Maar de machinist van de ploeg had met dat alles niets te maken. Dat was de kerel, die maar één opdracht had, dat mechanisch altijd alles goed functioneerde. En dat is voor Oom Hein nooit moeilijk geweest ....


● Het geluk van een arme moeder
Hein de Ruiter kon vriendelijk zijn woordje doen. Dat doet hij nog. Hij verwierf daarbij een klinkende naam. Hij was zo eerlijk als goud. Dokter De Jager uit de Krim wist daarover mee te praten en die zat nogal met de vele doodarme klanten, die hij in die tijd had. 't Was bekend, dat de dokters van die tijd 'de schaapjes schoren naar dat ze wol hadden' en hoeverre dokter De Jager daar ook aan mee deed weten we niet. Er lag ook een opvoedende taak in om armen mee te laten dragen in de verplichtingen. En een dokter moet ook leven.
Dat ging goed met De Ruiter. Het was wel eens moeilijk. Er moest wel eens wat geregeld worden, zodat de mensen met stukjes en beetjes de rekening van de dokter betaalden, maar veel geld kwam toch binnen en over al dat werk deed De Ruiter eens in de week verslag en droeg het geld meteen af, waarvan hij zijn provisie kreeg. Op die manier verdiende hij doorgaans een wat betere boterham dan zijn vrienden in het vled of de fabriek. Eens kwam hij in de Nieuwlande. 'Komt d'r maar in De Ruiter. Ik heb net de koffie klaar.' De Ruiter dronk koffie en presenteerde zijn nota. 'Ja, ik wist wel, dat die nog open stond. Maar ik heb deze week niks. Kun je volgende week even weer langs komen. Dan zal ik proberen wat op zij te leggen. De Ruiter, het is zo moeilijk met vijf kinderen en de man in de werkverschaffing.
Wat wordt er toch weinig verdiend. In de voorbije week had mijn man acht gulden ...'
De eerlijke goedwillende vrouw liet de afrekeningbriefjes van haar man zien en zonder dat ze er op bedacht was verdonkeremaande De Ruiter dat ene briefje: de afrekening van de voorbije week ten bedrage van acht gulden. Aan 't eind van de week bracht hij dokter De Jager het geld en rapporteerde over de verschillende klanten. Hij vertelde ook van die nette vrouw daar in Nieuwlande met haar vijf kinderen, die het van acht gulden in de week moest doen.
'Wat wilde je nu, De Ruiter? Wanneer ga je er weer heen?' 'Deze week ga ik er weer heen en ze zal iets aan de kant leggen. Ze kan het niet ineens betalen.' 'Geef mij de rekening eens.' Dokter De Jager schroefde zijn grote Parker vulpen los en zette met de forse doktershanepoten 'voldaan' op de nota met de bekende naamkrabbel er onder. En toen De Ruiter weer bij de vrouw in Nieuwlande kwam kwam ze met een gulden. 'Meer heb ik deze week niet De Ruiter. Ik kan geen meer missen.' 'Maar ik heb wat anders voor je', zei De Ruiter blij. Je houdt je gulden en hier heb je de kwitantie.
Je kunt de rekening als afgedaan beschouwen.' Wat was dat moedertje in Nieuwlande blij.


● Een dappere ridder
Van Hein de Ruiter zal in De Krim en omgeving nog wel nooit iemand hebben geweten, dat 'hij zijn mannetje staat'. Hij is helemaal geen vechtjas, maar een man des vredes. Dat zie je hem aan als hij je vertrouwelijk in de ogen kijkt. Dat ervoer men vroeger ook als hij bescheiden in de kring van zangers zijn opmerkelijke mooie, klankvolle tenorstem ten beste gaf. Liefst zo onopvallend mogelijk. Maar juist die bescheidenheid maakte hem voor zoveel zaken bekwaam.
Er was feest in De Krim en men vroeg Oom Hein of ie wilde bedienen. Dat wilde hij wel. Het werden een paar beste dagen voor hem. Maar toen hij laat in de nacht naar huis ging was dat langs die Scheerse polder: donker en eenzaam was dat daar. Maar hij hoorde wat. Een vrouw kreet en gilde om hulp ....
Hij bedacht zich geen ogenblik. Hij sprong toe, greep de marechaussee bij de schouder, rukte hem de koorden van zijn tenue en de onverwachts in het nauw gebrachte marechaussee greep zijn revolver en loste een schot. Of de man echt een moordaanslag heeft beraamd op dat ogenblik is nooit aan het licht gekomen, maar in elk geval koos hij onmiddellijk daarna het hazenpad en als onmiskenbaar corpus delictum stak Oom Hein de koorden van de marechaussee in zijn zak en ontfermde zich over het meisje, dat over al de leden van haar lichaam lag te trillen van angst. 'Breng me naar huis', bedelde ze. 'Ik kan niet meer'. Dat deed Oom Hein als de eervolle ridder en ging daarna naar huis.
Daar was het verhaal niet mee af. De verontwaardigde ouders van het meisje vroegen genoegdoening. 'Wat moeten we nu doen?' vroeg rijksveldwachter Ter Slaa aan Oom Hein. 'Als ik hiervan rapport op moet maken, dan raakt de man zijn baan kwijt en zijn goede naam'. Om oom Hein hoefde dat niet. Hij was een man des vredes. Als die marechaussee voortaan goed oppaste, waarom zou zij hem dan in het ongeluk helpen. 'Praat jij eens met die ouder', vroeg Ter Slaa.
'Je kunt goed praten. Misschien lukt het wel'. Dat deed Oom Hein. Hij kreeg gehoor. De marechaussee mocht zelf over genoegdoening komen praten. Ja, ja. Het was een harde tijd. Geld was schaars. En hoe dat nu verder is geregeld heeft Oom Hein ook nooit helemaal geweten. Daar had hij geen belang bij. Hij raakte een paar dagen wat aan de krukkel. Misschien een griepje en toen hij op 't bed lag bracht men hem een keer f 35,-. De ouders van het meisje brachten ongevraagd het aandeel van de afkoopsom, die de marechaussee als zoenoffer had moeten betalen.
Het meisje is later naar Dedemsvaart vertrokken en later heeft Oom Hein nooit meer van haar vernomen. Hopelijk heeft ze daar in alle eer en deugd de man van haar keuze ontmoet.

Na zijn overlijden, werd in twee kranten melding gemaakt van zijn overlijden.

OUDSTE INWONER HEIN DE RUITER (96) OVERLEDEN
De Krim - Donderdagmorgen werden de bewoners uit onze plaats opgeschrikt door het bericht dat de oudste inwoner van De Krim, zelfs van de hele gemeente Gramsbergen, overleden was. De heer Hein de Ruiter was in december 96 jaar geworden. De heer De Ruiter was in onze plaats, maar ook ver daar buiten, bekend. Het was een gewone man. Voor iedereen had hij een vriendelijk woord. Ook de laatste jaren, maar toen kwam hij niet veel meer aan de weg. De laatste tijd sukkelde hij een beetje. Enkele jaren geleden zag men hem nog altijd wandelen. Hij ging nog lopend naar de kerk, al was hij achter in de tachtig en was het ongeveer 2 tot 3 kilometer lopen, heen en terug. De heer De Ruiter was ongehuwd en leefde samen met zijn iets jongere zuster. Vroeger woonde hij in De Scheere. De Ruiter was vroeger een actief lid van de geref. jeugdvereniging en richtte deze vereniging mede op. Ook was hij een actief lid van de zangvereniging Looft den Heer en zag dan ook met lede ogen dat deze vereniging de laatste jaren lijdt aan 'bloedarmoede'. De Ruiter heeft veel in het veen gewerkt als machinist, was werkzaam bij de aardappelmeelfabriek 'Onder Ons' en het werken in de landbouw (bij de boer) was hem ook niet vreemd. De meeste bekendheid kreeg De Ruiter, omdat hij de heer Kuipers opvolgde als aanspreker van de begrafenisvereniging. Hij zegde het leed altijd huis aan huis aan en vertelde dan ook wel eens wat bijzonderheden. De Krim telt een dorpsfiguur minder. De begrafenis vindt plaats in De Krim, maandagmiddag vanuit zaal Horstra.

OUDSTE INWONER OVERLEDEN
Hein de Ruiter, de oudste inwoner van De Krim en van heel de gemeente Gramsbergen, is woensdagmiddag onverwachts op 96-jarige leeftijd overleden. Hij was tot zijn laatste levensdag geestelijk bijzonder vitaal.





Opmerkingen? Foutje gevonden?   Opmerkingen?
Meld het via het reactieformulier!

    vorige    volgende 

Hein de Ruiter was een markante persoonlijkheid in het dorp De Krim. Op 21 februari 1975, een jaar voor zijn dood, verscheen er een krantenartikel in het dagblad 'Het Noord-Oosten' over hem.
Ik heb de tekst enigszins aangepast en ingekort.



Familieverhalen


Streekgeschiedenis


Wetenswaardigheden


Film & Video